Tactische Oefening op de kaart. Oplossing Dan Oefening no. 4. Alvorens de oplossing te bespreken, eene enkele opmerking naar aanleiding van de opdracht. De Commandant der troepen te Bandoeng achtte eene ontmoeting met den vijand vóór de vereeniging van de beide deelen van het veldleger weinig waarschijnlijk; daarom werd, met uitzondering van een klein gedeelte, de Cavalerie in de laatste treinen ingeladen. De overi ge troepen zouden dan toch de uitlading der Cavalerie niet behoeven af te wachten, en gedurende den verderen marsch wel door haar worden ingehaald. Hierdoor is de geringe afstand tusschen de zelfstandige Cavalerie en de voorhoede te verklaren, ten gevolge waarvan de Com mandant der Bandoengsche troepen eenigszins door de aanwezigheid van den vijand werd verrast. Daar eene spoedige vereeniging van het veldleger dringend geboden is, moet de vijand met kracht worden aangegrepen, ten einde de marsch zoo spoedig mogelijk te kunnen vervolgen. Vandaar het besluit van den Bevelhebber niet af te wachten, of wellicht de voorhoede alleen in staat zal zijn den vijand te verdrijven, maar reeds dadelijk eene brigade links van de voorhoede in te zetten. Bij de ontvangst van het bevel heeft de Brigade Ct. zich in de eerste plaats rekenschap te geven omtrent de wijze, waarop zijne troepen Dajeuhloehoer kunnen bereiken. Daar eenige tijd noodig is om de kaart te raadplegen en het terrein te verkennen, laat de Brigade Ct. zijne brigade halt houden, en begeeft zich met zijn Staf en den Art. Ct. onder dekking der Cavalerie, langs den van pl. 61 naar het Z. voe renden rijweg naar hoogtecijfer 565. Hier links afslaande het paar- denpad volgend, bereikt hij ten Z. van de „r" van Dajeuhloehoer weer den rijweg, waarlangs hij zich W. Z. W. waarts begeeft en van af hoogtecijfer 512 het aanvaisveld verkent. Daar gebleken is, dat troepen langs den gevolgden weg marchee- rend, gedekt zijn tegen waarneming van af de toppen Pr. Haoer (565), Pr. Asoepan en Pr. Koetamaneuh Koeion, besluit de Brigade Ct. deze route voor den opmarsch van zijn troepen te bezigen. Aangezien het terrein naar het Z. daalt, zal de Artillerie nabij hoogtecijfer 565 1 K. M. Z. van pl. 61) in stelling komen, opdat de eigen vuurmonden niet te zeer door die van den vijand worden gedomineerd. Te 12.15 n.m. zendt de Brigade Ct. zijn adjudant naar Soekaboemi met den mondelingen last aan den oudsten hoofdofficier der brigade met de Infanterie en 1 sectie Genie naar Dajeuhloehoer te marcheeren langs den door dien adj. aan te geven weg. Tevens wordt hem een schriftelijk bevel voor de voorpostentelegraaf- 1163

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 91