Dec. 1912.] Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië ging van den archipel geen waarde, terwijl voor eene eenigs- zins behoorlijke verdediging minstens met zwaar geschut (20-24 cM) bewapende batterijen noodig zouden zijn, die een artilleriebezetting en voor de veiligheid een infanteriebezet- ting vereischen. Met een zeer eenvoudige verdediging zijn derhalve reeds millioenen gemoeid voor materieel en tonnen voor exploitatie en onderhoudskosten. Dit geld te besteden aan de vloot beteekent bijeenhouden van krachten. Met dit geld kan de vloot krachtiger worden gemaakt. Daarom geen versnippering van weerkracht over de havens op de buitenbezittingen. Door het wegvoeren of vernielen van de daar aanwezige voorraden, het onbruikbaar maken van de dokken en andere reparatieinrichtingen zal men, wanneer de vloot niet daar is om de haven te beschermen, het nut er van voor den vijand trachten te verminderen. Als een derde categorie van havens zou men die kunnen beschouwen, welker verdediging voor de defensie van Java door het leger noodig wordt geacht. Ook andere voor een lan ding geschikte punten zouden hieronder kunnen worden be grepen. Al was het alleen maar om over den op Java aanwezigen voorraad levensmiddelen vrijelijk te kunnen beschikken, is het noodig de communicatie tusschen Oost-en West-Java per spoor zoolang mogelijk open te houden. Is de langgerekte gedaante van het eiland daarvoor al niet bijster gunstig, nog ongunstiger is het, dat de hoofdspoorlijnen op sommige pun ten (Maos, en, wanneer de lijn Cheribon-Kroja klaar is, ook Cheribon) zoo dicht de kust naderen, dat zij zelfs tegen on dernemingen van eene kleine landingsdivisie niet veilig liggen. Om de communicatie te verzekeren, zal het daarom noodig zijn ook die licht kwetsbare punten tegen aanslagen te bevei ligen. Komt bij het leger de hoofdtaak neer om den vijand het landen in de groote havens bij Batavia en Soerabaja te belet ten, de marine zal de landing op andere punten van de kust 1176

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 10