Leges en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. [Dec. 1912.
In het eerste geval zon dan het leger worden ingekrompen
tot het voor de bezetting van land- en zeefronten der kust
verdediging noodig geoordeelde.
Wanneer het juist ware, dat—zooals doorgaans wordt aan
genomen—de sterkte van het leger op Java 35000 man bedraagt
(zie b. v. de reeds genoemde overzichtschrijver van deZeemacht
in het 7de Wetenschappelijk Jaarbericht), dan zou zeer zeker
een inkrimping in overweging kunnen worden genomen voor
het geval men dat leger alleen de verdediging van de be
langrijkste havens zou willen opdragen. Maar dit getal van
35000, dat volgens de Koloniale Verslagen ongeveer onze
totale legersterkte weergeeft, moet, alvorens het gebezigd
kan worden om te komen tot de tegen den B. V. beschik
bare krijgsmacht, een paar deelingen ondergaan.
Ten eerste moet men, zooals gebruikelijk is, de infanterie-
sterkte als basisvoorde sterkteberekening nemen, en ten
tweede moet men slechts rekenen op de troepen die op Java
zijn, daar op die, welke wellicht in oorlogstijd op de bui
tenbezittingen kunnen worden gemist, niet mag worden ge
rekend (ze zijn natuurlijk een welkome bate).
Slaat men dan de Koloniale Aderslagen op, dan blijkt, dat
b. v. ultimo 1910 de infanterie van het N. I. Leger ruim
25000 minderen telde, waarvan nog geen 13000 man op Java
waren. Mede volgens dat verslag waren van de veldinfanterie
15,6 pC!t. niet beschikbaar om uit te rukken, zoodat de sterkte,
waarmee de infanterie op Java te velde zou hebben kunnen
gaan, ongeveer 11000 man bedroeg. Aannemenden, dat van
de buitenbezittingen een 2000 man terugkeeren en dat de
gewapende korpsen (Barisan en Legioen) mede een 2000 man
opleveren, dan zouden dus hoogstens een 15000 man infan
terie voor de verdediging van Java beschikbaar zijn.
Zou dat getal vermindering kunnen ondergaan, wanneer
een krachtige vloot gereed is den vijand, die in onze zeeën
komt, op het lijf te vallen
De landmacht moet dan de marinebasis beschermen en toch
zeker ook Batavia en Tandjong-Priok; we kunnen ons ten-
1181