Dec. 1912.] Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. minste niet voorstellen, dat men die havenplaats absoluut onbeschermd zou laten. Zelfs wanneer men nu de bestuurszetel legt in Soerabaja of Batavia—wat hoogst gevaarlijk geacht moet worden—dan heeft men nog maar een macht van een 7500 man infanterie plus de hulpwapens voor elke haven, wat tegen een coup-de-main voldoende is, maar meer ook niet. Wanneer men besloot alleen Soerabaja te verdedigen, dan zou voor een stelling die gedeeltelijk ook op Madoera zou mceten gekozen worden die zou moeten dienen, niet alleen om de marinebasis, maar ook om de bestuurszetel te verdedigen nadat de vloot vernietigd is, een bezetting van 15000 man nog geen overdaad zijn (Port-Arthur b.v. had bij het begin van den oorlog met Japan een bezetting van ongeveer 25 bataljons, Wladiwostok van 16 bataljons). Waar bovendien de sterkte van onze infanterie voor een belangrijk deel bepaald wordt door de taakhet handhaven van het gezag, de orde en de rust in den archipel, gelooven we, dat het niet mogelijk zal blijken uit het leger de vloot te betalen, of zelfs maar daartoe bij te dragen. De hulpwapens hebben we hier maar buiten beschouwing gelaten, hun verhouding tot de infanterie is reeds zoodanig, dat ook bij vermindering van laatstgenoemd wapen nog niet aan vermindering van de andere gedacht zou kunnen worden, integendeel, de technische wapens zouden bij een behoorlijk georganiseerde kustverdediging zelfs wanneer men alleen op Soerabaja lette—een belangrijke uitbreiding moeten ondergaan. Zal het dus niet te verwachten zijn, dat op het leger zoo belangrijk kan worden bezuinigd, dat daardoor een krachtige vloot kan worden betaald, dan blijft er, als niet meer geld wordt toegestaan, niets anders over dan de vloot op te offeren, en alles ten koste te leggen aan het leger op Java, al dan niet gesteund door kustwerken bij de belangrijkste havens en strategische punten. Wij zouden aan de laatste oplossing, d.i. met kustverdediging, de voorkeur geven. Het komt ons voor, dat—zooals hiervoor reeds werd betoogd- 1182

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 16