Dec. 1912.] Enkele aanteekeningen over den Topograph. Kolonel Bancalari schreef in 1894: Hij laat in het midden of eene grootere schaal noodig is, vestigt echter de aandacht op de Beiersche methode van opne ming en geeft in overweging de Aufnahmsblatter" te repro- duceeren. Omtrent de „Specialkarte" is het oordeel verre van on verdeeld gunstig, in het bijzonder bevredigt de schaalniet, velen vinden de kaarten te overvuld. Niemand minder dan de luitenant-generaal Ritter von Steeb, van 1895 1901 Commandant van het Militar-Geographisch Instituut, noemt de schaal 175000 een „compromis". De eenige reden van het aannemen der schaal, n. 1. dat 1000 pas op de kaart wordt voorgesteld door 1 c.M. op de kaart, houdt geen steek, daar slechts weinige personen passen van 0,75 c.M. maken. 1214 »sprechen. Ein jeder Beruf muss im Stande sein, auf Grand ihrer Elaborate -alle seine kartographischen Bediirfnisse befriedigen zu können." - Eine jede Landesaufnahme bedingt einen derartigen Aufivand an Geld »u?id Arbeitdass sich kein Staat den Luxus einer doppetten Aufnahme (/«statten kann. Eine Aufnahme korrekt von wem immer durchgefiikrt »muss beiden Zwecken (militarischen und wissensehaftlichen und zivil- Hechnisehen Anforderungen) entsprechen." „Wenn man die Aufnahms-Seetionen als das Grundmaterial aller möglichen „österreichisch-ungarisehen Karten und nicht bloss als „militarische Aufnah- „men" betrachtet, so muss man sie auf die möglichste Hölie der Vollendung „gebracht wünschen. Was die Katasteraufnahme für den Zweck der Grund- „steuer und der Gemeindeabgrenzung, das soli unsere Aufnahme für die „mannigfachen Wissenszweige, welche Karten brauchen, zu werden trachten, „eine Art geographischen, morphologischen oder topographischen Kataster. „Der Charakter der Flüchtigkeit, welcher dem Werke bisher angehangen „batte, weil das militarische Interesse auf eine rasche kartographische „Ausriistung liingedrangt hat, ist jetzt nicht mehr nothwendig." 1) Zooveel hoofden, zooveel zinnen enzooveel schalen. Zeer interessant is het de verslagen van de zittingen der'commissie te lezen. De schaal 1 100000 was aanvankelijk door het Ministerie van Oorlog aan bevolen, de vertegenwoordiger van den Generalen Staf bepleitte echter een schaal 1 :80000, anderen wilden 1 :100000 en 1:50000, ten slotte werd de schaal 1:75000 voorgesteld en door het Ministerie aangenomen. Dit geschied zijnde kwam een tweede vertegenwoordiger van den Generalen Staf met nadruk voor de schaal 1:100000 op, doch te laat.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 48