Dec. 1912.] Leger em vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië.
door een leger op te lossen in kleine afdeelingen, aan welke
het voeren van een guerrilla wordt opgedragen. Eenheid van
handelen, samenwerken van alle krachten op het juiste moment,
waardoor alleen eene beslissing, een omkeer in den toestand
kan worden verkregen, zijn daarbij ondenkbaar. Met versnip
perde krachten, afhankelijk van het initiatief van onderaan
voerders, die alle inzicht in den algemeenen toestand missen,
niets van elkaar afweten en dus niet kunnen samenwerken,
kan wellicht hier en daar eens een partieel succesje worden
behaald, maar het gevaar niet worden afgewend.
Het is wel merkwaardig, dat torpedovloten en guerillale-
gers alleen in Nederlandsche breinen opkomen: nog nimmer
vonden we bij buitenlandsche schrijvers voorstellen om op
dergelijke beginselen eene verdediging van huis uit te basee
ren. We kunnen dit verschijnsel alleen verklaren uit onze
zucht, om op een koopje uit te zijn. We verbeelden ons, dat
we een goedkoop recept hebben ontdekt om voor een prikje
onze defensie te regelenmaar kan men in ernst
meenen, dat, wanneer de zaak zoo eenvoudig was, andere
mogendheden ook niet reeds lang dien weg zouden ingeslagen
hebben? Gelooft men dan, dat die mogendheden er genoegen
in vinden millioenen aan dreadnoughts uit te geven, als het
niet algemeen noodig geoordeeld werd? Of meent men in
gemoede, zooals de afgetreden minister van Marine, dat de
geografische gesteldheid van onzen archipel zoodanig is, dat
we iets anders van noode hebben dan anderen?
Gelukkig schijnt de torpedovloot thans van de baan. Nadat
gebleken is, dat de Commissie van 1.906 zich enkele milli
oenen heeft vergist, en zulk een vloot niet goedkooper is
dan een andere, is de aardigheid er van af en vindt zij geen
verdedigers meer, vooral niet, nu van verschillende kanten
er op is gewezen, dat schepen van een 15000 ton niet buiten
ons bereik vallen.
Alleen de heer Ni; weide, in de Aprilaflevering van dit tijdschrift,
wil een torpedovloot (zie blz. 419), huiverig als hij is, dat de
groote mogendheden steeds grootere slagschepen zullen bouwen.
1170