buchlDaart. 1229 Korte Mededeelingen. [Dec. 1912. son Per regiment is er eene telefoonpatrouille, bestaande uit 1 officier, 2 onderofficieren en 5 ruiters Zij beschikt over 3000 M. C1) geisoleerden draad, gewonden op 5 haspels, en 2 toestellen. Het leggen geschiedt als volgt: Een onderofficier rijdt voorop om den weg aan te geven. Hij wordt gevolgd door een ruiter, die een haspel in de rechterhand houdt, van waar de draad afgewonden wordt. Twee ruiters elk voorzien van lichte bamboestaken hangen onder het gaan den draad aan hoornen, huizen, e.d. Een onderofficier blijft bij het punt van uitgang, terwijl een ruiter zich langs de lijn beweegt, c.q. bij het punt van uitgang ter beschikking blijft. De vijfde ruiter treedt op, wanneer bijzondere moeilijkheden dit noodig maken. Behalve van telefoonmateriëel is een ieder nog voorzien van twee seinvlaggen. De commandant en het kader ontvangen aan den seincursus van de cavalerieschool eene bijzondere opleiding in telefoneeren en seinen. Bij het telegraafbataljon worden proeven genomen met vervoerbare zoeklichten, bestemd voor gebruik te velde. Elk toestel is gemonteerd op een voertuig, getrokken door zes paarden. Beide toestellen zijn in Duitschland aangekocht. De paardenartsen, die tot dusverre de uniform van den geneeskun digen dienst droegen met een onderscheidingsteeken in rood laken op de° linkermouw, hebben thans ook eene eigen onderscheidingskleur, n 1. paars, gekregen. Het onderscheidingsteeken op de mouw is alzoo vervallen en zij dragen nu een belegstuk van paars gekleurde stof op d6yoor de opperofficieren is eene witte jas ingevoerd, van hetzelfde model als de gewone. Echter ontbreken de schouderbedekkingen. In plaats daarvan wordt de rang aangeduid door een band op het bene den-einde van elke mouw, n. 1. 3 voor generaals, 2 voor luitenant- generaals en 1 voor generaal-majoors. Bovendien hebben alle opper officieren drie sterren van hetzelfde metaal als de knoopen op het beneden-einde van elke mouw. Het benedeneinde van de mouwen van de overjas van opperofficieren draagt thans onderscheidingsteekenen als volgt: 3 sterren voor generaal, 2 v luitenant-generaal en 1 ster voor generaal-majoors, alzoo in overeenstemming met het aantal sterren op de schouder bedekkingen. Yerder zijn er nog eenige andere uniformveranderingen van miDder belang ingevoerd. In den afgeloopen verslagtijd zette de luchtvaartcommissie haar proeven en oefeningen voort, zonder echter gunstiger uitkomsten dan (1) Dit onder voorbehoud.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 63