Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. [Dec. 1912. gezichtspunt heeft blootgelegd N. 1. „dat onze koloniën even goed indirect worden beschermd door het deel der vloot, dat zich in de Europeesche wateren bevindt" (blz. 70) en verder, dat „het gaat... om de vaaag: hoe wij voor den Staat in zijn geheel een vloot kunnen krijgen, die, in verband met onze geldmiddelen en met onze groote belangen in Oost-Azië, zoo krachtig mogelijk is". Uit de meerdere onderhoudskosten voor de vloot in Indië leidt hij dan af, dat „uit een en ander volgt, dat voor eenzelfde „bedrag de vloot van den Staat krachtiger kan wezen als „er zoo min mogelijk schepen in Indië zijn. En aangezien het „ten slotte onze geheele vloot is, die onze positie als maritieme „en koloniale mogendheid beheerscht, ligt het voor de hand, „om, met het oog op onze beperkte geldmiddelen, in vermindering „van het aantal groote schepen in Indië het antwoord op de „hierboven gestelde vraag te zoeken". Schrijver verliest daarbij echter heelemaal uit het oog, dat een vloot in Holland voor Indië nog veel minder waarde heeft dan een legerreserve aldaar. Een oorlogsverklaring komt op het meest verrassende moment en gelijk daarmee zal de vloot hier in actie moeten komen. Welke waarde heeft dan voor Indië een vlootreserve, die minstens vijf weken noodig heeft om hier naar toe te stoomen? Dat die reserve tijdig hier van te voren zal kunnen worden gereedgehouden, daar behoeft men niet op rekenende vijand zal wel zorgen op de hoogte te blijven van hare bewegingen en de onderhandelingen zoo tijdig afbreken, dat de vlootversterking hier nog slechts de overblijfselen van de Indische vloot vindt. Gescheiden in twee deelen is het een zooveel gemakkelijker taak onze zeemacht te vernietigen. De afstand tusschen het moederland en de koloniën is nu eenmaal zoo groot, dat de beide deelen der weermacht bij de 1173 1) Waarmee hij n. o. b. m. zijn taak geheel uit liet oog heeft verloren. Het W. B. is toch geen tijdschrift, waarin men zijn particuliere meening neerschrijft, maar het ontleent juist zijn waarde daaraan, dat het in een kort bestek weer geeft, wat het afgeloopen jaar gebracht heeft. Hier heeft de schrjjver het ob jectieve standpunt verlaten en ons zijne subjectieve beschouwingen over de toekomst gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 7