OORLOGSBEGROOTING 1913. [Dec. 1912. 1251 officieren van de marine voorgeschreven model Intusschen is de ter mijn gedurende welken het dragen van de svitte attila nog is toege staan tot een nader door den Gouverneur-Generaal te bepalen tijdstip verlengd. Den ondergeteekende is niet gebleken of de overplaatsing van ka pitein de Fremery in verband staat met he1 feit, dat die officier re dacteur was van het Indisch Militair Tijdschrift. Den ondergeteekende is niet gebleken of van d'e uitzending van de door den onderluitenant Nutters gecommandeerde patrouille, welke in bet landschap Meureudoe noodlottig verdwaalde tijdig kennis is gege ven aan de bivakscommandanten in die streek, doch het wi! hem voorkomen, dat, al ware dit geschiedt, het lang uitblijven van die pa trouille, die van den noodigen trein was voorzien, niet zoo dadelijk tot de gevolgtrekking behoefde te leiden, dat zij verdwaald was en gebrek leed. De ondergeteekende kan niet beoordeelen of en in hoe ver het mogelijk is maatregelen te treffen, ter verzekering van tijdige hulp aan patrouilles, die, in een uitgestrekt gebied rondtrekkende, mochten verdwalen, maar hij vertrouwt, dat de betrokken militaire autoriteiten niets zullen nalaten wat mogelijk is om in het vervolg dergelijke voorvallen te voorkomen. Omtrent hetgeen in het Voorloopig Verslag is medegedeeld nopens het optreden van eene patrouille onder luitenant van Riemsdijk aan den bovenloop der Sangirrivier in Juli j. 1., hebben den ondergetee kende nog geene uitvoerige berichten bereikt. Inderdaad heeft de firma Schneider de door haar gedane toezegging teruggenomen om een door haar geconstrueerd bergkanon, op hare kosten, ter beproeving Daar Java te zenden. Aan die toezegging, welke aanvankelijk zonder eenig voorbehoud was gedaan, verbond de firma Schneider later de voorwaarde, dat de bestelling van het berg- geschut zou geschieden bij den constructeur, wiens geschut, bij het te houden vergelijkend raDgschikkingsonderzoek, de eerste plaats zou heb ben behaald („qui aurait présenté le modèle classé le premier"). Dat de Regeering zich aan eene dergelijke toezegging niet kon bin- deD, springt in het oog, wanneer men zich een oogenblik indenkt in de omstandigheden, welke zich kunnen voordoen. Ges>eld, dat het relatief-beste kanon toch nog blijft beneden de minimum-eischen, waar aan het geschut voor het Indische leger moet voldoen. Gesteld, dat voor het relatief-beste kanon een prijs gevraagd wordt buiten alle verhouding tot de meerdere voordeelen. Gesteld, dat de verschillen van ballistischen en techDischen aard tusschen de als eerste en als tweede geclasseerde modellen, bij weinig uiteenloopende prijzen, zóó gering zijn, dat ter wille van de eenheid in de artilleriebewapening aan het in de tweede plaats gerangschikt geschut de voorkeur zou moeten worden gegeven. In al deze gevallen zou de Regeering ter dege verlegen zitten met de bij voorbaat van haar gevorderde toezegging, en daarom heeft zij gemeend te moeten blijven staan op het van den aanvang af door haar ingenomen standpunt, dat voor de verwapening van de bergartillerie van het Indische leger het model zal worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 85