Ooblogsbegkooting 1913. [Dec. 1912. Naar aanleiding van hetgeen bij de schriftelijke gedachtenwisseling over de Indische begrooting van het loopende dienstjaar ten aanzien van een zoo nauw mogelijke samenwerking tusschen beide diensten is opgemerkt (bladz. ?0 van het Yoorloopig Verslag en bladz. 55 van de Memorie van Antwoord), heeft de Indische regeering dit vraag stuk opnieuw onderzocht. Blijkens een dezer dagen ontvangen bericht zijn de Gouverneur-Generaal, de legercommandant en de directeur der burgerlijke openbare werken eenstemmig van oordeel, dat meer sa menwerking tusschen genie en burgerlijke openbare werken dan thans reeds plaats vindt, niet mogelijk en ook niet noodig is. Onderaf deeling 231. Het was den ondergeteekende aangenaam te vernemen dat instemming werd betuigd met de in de Memorie van Toelichting vermelde voorstellen betredende de reserve. Onderaf deeling 244. Ten aanzien van den door een der leden uit gesproken wensch, dat het verkrijgen van den sergeantsrang mogelijk zou worden gemaakt voor alle militaire vaklieden, veroorlooft de on dergeteekende zich te verwijzen naar het te dezer zake medpgedeelde op bladz. 44 van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Ver slag der' Tweede Kamer betreffende de Indische begrooting voor het dienstjaar 1911. De vraag, of bet voordeel van de voorgestelde uitbreiding van het aantal gegradueerden niet ten deele vervalt door de daarmede gepaard gaande vermindering der werkgelden, moet ontkennend worden beant woord omdat dit nadeel ruimschoots opweegt tegen de belangrijk hoogere pensioensbedragen, die deze militairen in de toekomst zullen kunnen verwerven. Onderaf deeling 268. Den ondergeteekende zijn geen feiten bekend, waaruit zou blijken, dat de agenten voor den kolonialen militairen dienst of de platen voor de werving eene te gunstige voorstelling geven van hetgeen den aangeworvenen wacht. Onderaf deeling 286. Inderdaad moet in de toekenning van den officiersrang aan de leden van her, vrijwillige automobielkorps en in hunne betrekkelijk snellere promotie een practisch middel worden gezien om de toetreding tot cat korps te bevorderen. Van dezen maat regel die na overleg met de beide autoclubs op Java werd voorgesteld, zijn, 'ook in verband met de maatschappelijke positie, welke de voor deelneming in aanmerking komenden in 't algemeen innemen, naar het zich laat aanzien in de toekomst geen nadeelen te verwachten. Onderaf deeling 290. Van gemis aan eenstemmigheid bij de leger- autoriteiten ten aanzien van de formatie en organisatie van de mi trailleurcompagnieën is den ondergeteekende niet gebleken. De for matie eener mitrailleurcompagnie in Indië verschilt in zoover van die eener Nederlandsche afdeeling, dat het materieel op draagpaarden wordt vervoerd en zij in oorlogstijd 2 mitrailleurs minder telt. 1253

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 87