[Dee. 1912. Tactische oefening op de kaabt. NASCHRIFT. De opmerkingen van den Heer Visscher betreffen gedeeltelijk de gegeven opdracht, gedeeltelijk de wijze van uitvoering. Vooropgesteld zij, dat de oefening was bedoeld als eene eenvoudige toepassing van Y. V. p. 70 (2); vandaar de beperkte opdracht. Wij zullen hieronder Schrijvers betoog op den voet volgen. De bevelen voor het bezetten van de stelling werden eerst gegeven, nadat het Eet. den G. Karang had bereikt. P. 5 van het marschbevel houdt sleehis de bevelen en aanwijzingen voor de voorhoeden in, bedoeld in p. 4 van Bijl. V van het V. V. De voorhoedecomdt moet weten, dat de bezetting van de genoemde hoogten i.e. van veel belang is; alleen dan kan een krachtig handelen in den geest van den det. comdt. worden verwacht. Dat ae vijand met eene sterke afdeeling via Tjikembang naar Soekaboemi zou marcheeren, terwijl de G. Kararg door N. I. troepen is bezet en zich op korten afstand eene divisie bevindt, komt ons al zeer onwaarschijnlijk voor. Alleen een verkennings-detachement zou het wellicht duiven wagen zooals voor oefening No. 2 trouwens werd aangenomen zich in de r.chiing van Soekaboemi te bewegen. Doch bovendien rijst de vraag, op welken grond de Det. Ct. mag veronderstellen, dat de A. B. de jout zou maken, niet tijdig ook de andere, van den vijand naar den hoofdmarschweg leidende wegen te doen afsluiten Zoowel door de etappetroepen te Soekaboemi, als door Cavalerie, waaraan toegevoegd veld-art., kan do Pr. Ilaoer (565,7 zóó tijdig worden versterkt en bezet, dat een doordringen van den vijand langs bedoelden weg aanzienlijk kau worden vertraagd. Aan den weg Tjikembang Soekaboemi wordt wel degelijk aan dacht geschonken. (Zie blz. 884 p. 5 sub b.) Zoowel ten behoeve van de veiligheid van hft Det. als van de Divisie is zulks van belang. De marsch der vijandelijke Cav. naar het O. wordt dan ook aan den A. B. gemeld, doch o. i kan hierin nimmer aanleiding bestaan, tot het offensief over te gaan, aangezien hierdoor het gevaar verre van denk beeldig is, dat aan de eigenlijke opdracht niet kan worden voldaan. s Schrijvers meening, dat bij het geven van de opdracht geen reke ning werd gehouden met bet te voren reeds aan de Divisie verstrekte marschbevel, kunnen wij niet deelen. Bij het afsluiten van het défilé naar Tjikembang was spoedig handelen noodzakelijk. Daarom werden de voorste troepen, i. c. die welke de Voorhoede hadden moeten vormen, daarmede belast, terwijl eene nieuwe Voorhoede werd ingedeeld. Het verschil van meening omtrent de sterkte van de bezetting van den G. Masigit is eene kwestie van appreciatie; versterking van de aanvankelijke bezetting is bovendien niet uitgesloten. Maar gesteld dat deze top in 's vijands handen valt, dan rijst de vraag, waar de vijande lijke Art in stelling moet komen en op welken afstand zjj het vuur moet openen, opdat dit van af den G. Masigit zou kunnen worden geleid Met de opmerking betreffende masken gaan wij accoord, doch de aanleg daarvan behoort niet tot de taak van den Det. Ct. E. 1264

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 98