Korte mededeelingen. Sterkte aan paarden bij bet Duitsche leger. Slagschepen der groote mogendheden. Dec. 1912] speotiën, e. d., wordt het minimum der kamp oefeudagen op 12 gesteld, waarbij de wapens gezamenlijk moeten handelen. De vooroefeningen in de garnizoenen moeten veel verbeteren. Yerder gelden als gebreken van het stelsel, zooals het nu werkt: in mengingen van civiele departementen; de naijver van de militie-aan voerders, ten opzichte van het werk der permanente officieren; de passieve tegenwerking van ouders en jongelingen; de onbekwaamheid van vele officieren voor de taak die hun opgedragen moet worden; de mindere goede verstandhouding tusschen troepen en tusschen ouderen en jongeren. Is de ondervinding in Australië van te jongen datum om er reeds gevolgtrekkingen uit te maken, op den duur zal de daar geno men proef volle aandacht van legervormers en hervormers verdienen. (Kol. Weekblad). Op 31 December 1911 telde volgens de Berl. Tier. Wochenschr. het leger van het Duitsche rijk 115899 dienst paarden en nog ongeveer 7000 eigen officierspaarden. De jaarlijksche aanvullingskosten van de eerste bedragen 16 millioen Mark en die van de officierspaarden minstens 3 millioen. In Duitschland heeft men op 100 troepenpaarden dus 6 officiers paarden. In Nederland is die verhoudig ongeveer als 100 tegen 7 en op Java als 100 tegeu 12. v. d. B. Sporadisch deed zich wel eens een stem hooren, die verkondigde, dat de groote mogendheden zouden afstappen van den aanbouw van steeds grootere slagschepen. We stippen daarom enkele punten uit de vlootplannen dier mogendheden aan, welke gegevens we vermeld vin den in het „Marineblad "van 1 October j. 1. Amerika. Op de marine begrooting voor het jaar 1913 worden 4 slagschepen van 31000 ton aangevraagd. De zware batterij zal bestaan uit 12 kanonnen van 35,6 c M. Frankrijk. De slagschepen, voorkomende op de begrooting van 1913, zullen ee'ne water verplaatsing van 25000 ton hebben en zijn be wapend met 12 kanonnen van 34 c. M. Rusland. Het zoogenaande kleine vlootplan, dat in 5 jaar uitge voerd zal worden, omvat o. a. 4 groote slagkruisers van 30.000 ton. Italië. Italië maakt zich gereed de eerste super-dreadnoughts van een nieuw marineprogram op stapel te zetten. Ze zullen instede van 25 a 28000 ton, zooals aanvankelijk vermoed werd, een waterverplaatsing van 30.000 ton krijgen. De bewapening zal o. a. bestaan uit 10 ka nonnen van 38.1 c M. Betreffende het kaliber van het zware scheepsgeschut vinden we in het Marineblad van Augustus nog het navolgende vermeld. Dit jaar komen 4 Engelsche slagschepen in dienst met verbeterde 34.3 c. M. kanonnen. 1232

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1912 | | pagina 66