OORLOGSBEGEOOTING 1913. [Jan. 1913.
Daar wordt gezegd, dat de klachten dikwijls overdreven zijn en dat
uit ter zake van de Indische regeering onvangen inlichtingen is ge
bleken, dat bij de samenstelling van de voorstellen tot wijziging en
aanvulling der voorwaarden voor de bediening van de Paketvaart
in den Nederlandsch-Indisehen Archipel met gegronde grieven rekening
zal worden gehouden.
Nu ga ik op het oogenblik even op informatie uit. ïk zou aan den
Minister van Koloniën willen vragen, of hij zou kunnen mededeelen:
1°. in welk opzicht de klachten overdreven zijn, en 2°. hoe het ge
bleken is, en waaruit, dat met gegronde grieven rekening zal worden
gehouden.
Wat die overdrijving betreft, ik acht die natuurlijk a priori niet
uitgesloten. Ik ben er niet bij geweest. Maar ik moet toch even op
merken, dat de klachten, die mij daarover bereikt hebben, zeer posi
tief luiden en dat zeer in bijzonderheden wordt medegedeeld, waarover
men te klagen heeft.
Om eens een staaltje te noemen: ik heb hier voor mij het Correspon
dentieblad van September 1. 1. van den Bond van Minder Marineper
soneel, waarin ik onder het hoofd „Snoepreisje" een verhaal vind van
een vervoer met het stoomschip Rochussenvan Makassar naar Soe-
rabaja van 11 tot 14 Mei 1912. Ik wil daaruit eon korte passage voor
lezen. Uit de gedetailleerdheid van het relaas blijkt, dat men hier niet
te doen heeft met exclamaties van verontwaardiging, maar met een
preciese opsomming van feiten.
„Al dadelijk bij mijn aankomst op het schip bemerkte ik, dat ik
niet de eenige passagier 3de klasse was. Met mij reisden n. 1. nog mede
plm. 600 varkens, 50 runderen en nog een hoeveelheid pluimvee.
Ik stip dit feit even aan, omdat deze medereizigers ook bij mij in
het logies logeerden, d. w. z. de koeien, het pluimvee en het
grootste gedeelte der varkens, nl. plm. 350 stuks. Dat deze reisgenoo-
ten een aangename aroma brachten in het logies (wat tevens mijn
slaapvertrek was), laat zich denken. Een plaatsje voor mijn bagage was niet
aanwezig, dit moest ik maar vrij van dek trachten te houden (d. w. z. door
het op te hangen) anders dreef het met het vuil der dieren de goot in.
Yoor mijn legerstede was er wel plaats, te weten tusschen de varkens of
wat verhevener loven de varkens. Nu dat was van het goede wel wat te
veel en dies wenschte ik maar liever geen gebruik te maken van het
BlogiesMaar waarheen dan Ik besloot dan maar om hoogte en breedte
te gaan nemen op het dek. Aan dek gekomen, was het al weinig beter
als in het benedenschip, want ook hier had het vee, dat bestond
uit plm. 250 varkens, de geheele ruimte in beslag genomen.
Toch vond ik het hier nog beter als beneden. Het was roeien met
de riemen die ik had. Ik besloot dus maar om mijn kooi hier op te
hangen. En daar ik den loefkant (de zijde vanwaar de wind komt)
had uitgekozen, was de ventilatie in elk geval beter dan in het be
nedenschip, al sliep ik ook hier boven de door mij zoozeer gehate
medereizigers. Yan slapen echter kwam helaas al bitter weinig.
Aanhoudend werd ik wakker door burengeruchtEn wanneer de
109