Jan. 1913 Nachtelijke oefeningen. Daar, zooals hiervoren vermeld, veel waarde wordt gehecht aan de wijze van optreden van Commandanten en kader, kan het soms noodig zijn van te voren met het kader oefe ningen te houden om het volkomen geschikt te maken om de manschappen in te lichten omtrent de bij nacht te over winnen moeielijkheden. Voornamelijk zullen daarbij dan beoefend móeten worden het oriënteeren en het marcheeren door het terrein. (Pt. 22 Grondslag). Voorts is eene voorafgaande verkenning van het terrein noodzakelijk om stoornis bij de oefening te vermijden. Het maakt toch op den troep een zeer ongunstigen indruk, wanneer eene oefening moet gestaakt worden door terrein omstandigheden, welke bekend hadden kunnen zijn. Bij eene verkenning kunnen dan tevens de moeielijkheden, die het terrein oplevert, worden beoordeeld, terwijl voor een gelei delijken overgang van gemakkelijke tot moeilijker oefeningen kan worden gezorgd. Resumeerende komen we tot de volgende algemeene begin selen: 1°. De grootst mogelijke orde en rust moeten op den voorgrond staan. 2°. Bij de oefeningen moet eene regelmatige opklimming voor wat betreft de moeielijkheden zijn waar te nemen. 3°. Aan eene nachtelijke oefening moet in den beginne eene zelfde oefening overdag voorafgaan. (Graad van duis ternis). 4°. Eenvoud moet in alle opzichten worden betracht. 5°. Overhaasting moet worden vermeden, terwijl nauwgezet dient gelet te worden op het houden van verband. 6°. Commandanten en onderaanvoerders moeten van te voren worden geoefend. 7°. Eene nauwkeurige terreinverkenning dient aan het ontwerpen eener oefening vooraf te gaan. Werd in het voorgaande de noodzakelijkheid betoogd om de menschen in het algemeen de verschillen tusschen ter- 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 16