Jan. 1913.] Nachtelijke oefeningen.
aan te gewennen om nachtmarschen volgens vaste regels
uit te voeren, op de door den schrijver aangegeven regels
wordt daarom hier nog eens de aandacht gevestigd. (Zie
I. M. T. 1907. blz. 870).
Yan iedere gunstige gelegenheid zal gebruik worden ge
maakt om er den troep opmerkzaam op te maken, hoe ge
luiden bij nacht over veel grootere afstanden zijn te hooren
dan overdag, in verband waarmede een geruischloos mar-
cheeren veelvuldig moet worden beoefend (Y. Y. 304 (5)
slotzin). Daarbij kan er dan op worden gewezen, dat de
menschen voorzichtiger moeten marcheeren op een harden
dan op een zachten bodem; dat zij, in een bosch marchee-
rend, zooveel mogelijk het breken en kraken van takken
moeten voorkomen; dat de richting van den wind ten op
zichte van het geluid van invloed is op de sterkte daarvan
en dat oneffenheden in het terrein het geluid dempen.
Spreken en rooken zijn uit den aard der zaak verboden
(Y. V. 199 (1)).
Wat betreft de nachtelijke oefeningen in den voorposten-
dienst zij opgemerkt, dat hiertoe niet mag worden overge
gaan, voordat deze dienst overdag volledig wordt gekend.
Verder is 't niet wenschelijk pasbeginnenden op dubbelpost
te zetten; in den aanvang plaatse men liever korporaals-
posten of wel men deele bij iederen post een onderoffi
cier in, die dan onderrichtend kan optreden. De indeeling
van kader bij de posten wordt noodig geacht, omdat juist
bij het op post staan de invloeden der duisternis zich 't meest
zullen doen gelden. De gedachte door 6en onzichtbaren vij
and te kunnen worden besprongen, de geheimzinnige gelui
den gedurende den nacht en de onmogelijkheid om de duisternis
met het oog te doordringen, maken de soldaten zenuwachtig,
hetgeen zich meestal zal uiten in een ongemotiveerd vuren.
Den menschen moet worden ingeprent, dat bij nacht meer
16
1) Terloops zij opgemerkt dat wij gaarne zouden zien, uat ten allen tijde
korporaalsposten werden geplaatst. Dit kan zonder bezwaar geschieden en
het geeft den menschen meer vertrouwen.