Wat de uitvoering daarvan betreft valt op te merken, dat
de sub 2 hierboven aangeraden houding, welke oorspronkelijk
ook door van Heutsz als de beste werd betracht, spoedig
werd verlaten om plaats te maken voor actief optreden in
geheel Atjeh Thans werd echter niet, zooals onder van der
Heyden. de fout begaan om na het aanvankelijk succes de
troepen in posten vast te leggen. Terecht werd ingezien, dat
na breking van den hoofdweerstand het moeielijke werk
nog moest beginnen, nl. het najagen van afvalligen en kwaad
willigen, het beschermen van de goedgezinde bevolking, het
onverbiddelijk straffen van hen, die tegen den geest der pa
cificatie handelen.
Daar het eveneens van kracht getuigend in Burma gevolgd
stelsel, dat veel overeenkomst vertoonde met dat van van
Heutsz, in dat rijk na eenige jaren rust en orde bracht, rijst
de vraag waarom dat doel in Atjeh zelfs nu nog niet geheel
is bereikt.
Het antwoord op die vraag luidtle. omdat de ondervin-
ding den Atjehers had geleerd, dat, mits maar wat geduld werd
geoefend, op den duur de Nederlanders het krachtige stelsel
wel weer zouden loslaten, 26 omdat de Atjehers een weer
standsvermogen toonen te bezitten, waarvan in de koloniale
krijgsgeschiedenis wel moeielijk een tweede voorbeeld zal
zijn te vinden. Het stelsel van Heutsz werkte reeds vijf
jaren toen eindelijk Panglima Polim den fieren nek boog.
Toen werd weer door velen een spoedig einde van den
Atjehoorlog voorspeld, en nu 9 jaren later, bereiken ons nog
berichten omtrent schermutselingen. Inderdaad bezag men
bij den terugkeer van Polim de zaken weer door een te
optimistischen bril. Reeds werden plannen gemaakt om de
troepenmacht te verminderen; toch was de horizon nog niet
zoo helder als oogenschijnlijk wel leek.
Ontegenzeggelijk schreed de pacificatie geleidelijk voort,
doch zoolang de verzetspartij de Gajoe- en Alaslanden onge
stoord kon benutten als basis voor haar optreden in de
Onderhoorigheden, had zij gelegenheid den voortgang van
33
PACIFICATIE VAN BURMA EN VAN ATJEH. [Jan 1913.
I. M. T. 1913 3.