[Jan. 1913.
dat de Burmeezen niet zulke gevaarlijke tegenstanders wa
ren als de Atjehers. In de Atjehgeschiedenis toch zijn geen
periodes aan te wijzen, waarin de Atjehers geen gebruik
maakten van onze zwakte.
Voor het geheele uitgestrekte gebied waren slephts 11000
man troepen, voor transportdiensten slechts 2000 Punjab
koelies beschikbaar; bereden troepen, zoo uitstekend te ge
bruiken, ontbraken.
De regentijd doemde tot betrekkelijke rust en toch werk
ten al die omstandigheden voor een Atjeher om van te water
tandenniets anders uit, dan eene afwachtende houding van
de bevolking of beter gezegd van de leiders. Zoodoende had
de fout in het beleid van de Engelsch-Indische Regeering,
nl. niet te zorgen, dat onmiddellijk na den val van den
koning kon worden opgetreden in niet aan de rivier ge
legen streken, voor Engeland geen vérstrekkende gevolgen.
Eenmaal tot de annexatie besloten zijnde, werd niet gevraagd:
„wat zou de Regeering wel beschikbaar willen stellen?",
maar wat is er noodigToen dan ook de leiders van het
verzet tot het besef kwamen, dat het den Engelschen ernst
was met de blijvende occupatie, was Engeland tevens gereed.
Het leger was uitgebreid, aan de oprichting van politiekorp
sen werd hard gewerkt, en er was een stelsel voor de pacificatie
ontworpen, dat getuigde van kracht en dat met groote stand
vastigheid werd doorgevoerd. Dit stelsel berustte in hoofd
zaak op de volgende grondslagen. Hoewel onmiddellijk na
de annexatie een normale bestuursvorm werd ingevoerd (aan
het hoofd stond de chief-commissioner van heel Burma; be
stuursambtenaren werden in grooten getale te werk gesteld),
berustte in de onrustige streken, dank zij eene uitstekende
samenwerking tusschen civiele en militaire autoriteiten, het
gezag feitelijk bij de militaire autoriteiten. In alles, nl. wat
de operatiën betrof, besliste het militair gezag. Het heele
land werd door troepen doorkruist en toen gebleken was,
dat een enkel bezoek niet voldoende was om orde en rust
te herstellen, werden op belangrijke punten en lagen deze
35
PACIFICATIE VAN BüRMA EN VAN AtJEH.