Jan. 1913.] De Geneeskundige dienst in en na het gevecht aanvankelijk op den voet was gevolgd, vergenoegt zich er mede den Pr. Tjabe en den G. Djanggari weder te bezetten. Van verzorgen of medevoeren van gewonden was bij dezen nachtelijken terugtocht, welke soms veel gelijkenis had met eene vlucht, geen sprake geweest; ook de gewonden van Hp. V. No. 2 moesten bijna allen worden achtergelaten. Twee ziekenverplegers bleven onder bescherming van de nog steeds wapperende Roode Kruisvlag bij hen om voorloopig eenige hulp te verleenen. Noch voor het afzoeken van het gevechtsveld, noch voor bet begraven van de dooden had men gelegenheid gehad. Alleen van hen, die aan de verbandplaatsen of tijdens het vervoer waren overleden, kon de identiteit worden nagegaan, en de op hen aanwezige gelden enz. worden verzameld om aan het D. v. O. te worden opgezonden. Yan de Hd. V. had de afvoer van gewonden vrij geregeld plaats gehad; 120 waren met de vlotten successievelijk langs de Tji Taroem naar de gedetacheerde sectie van het Y. H. gebracht, terwijl bijna evenveel met de dos a dos van den Munitietrein waren medegenomen naar Tjiharashas. Ook met een later op het gevechtsveld aangekomen gedeelte der le Munitiecolonnes waren nog een 50tal gewonden naar het V. H. vervoerd. Daar ook de marschvaardige gewonden, voor zoover zij ten minste aan de Hd. V. kwamen, zoo spoedig mogelijk in detachementen naar Leuwiboender waren doorgezonden, waren tegen het invallen van de duisternis aan deze verbandplaats bijna geen gewonden meer aanwezig. Daarna kwamen echter nog ruim een lOOtal gekwetsten, die bij het handgemeen op den eigen rechtervleugel geval len waren, en juist hieronder was een zeer hoog zwaar gewonden. Men was nog steeds bezig deze te verzorgen, en nog steeds hield de stroom van gewonden aan, toen het be vel ontvangen werd, de Hd. Y. op te breken. De Ch. Hd. V. besloot toen in de eerste plaats met alle beschikbare trans portmiddelen de reeds aangebrachte gewonden aan de over- 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 54