De Geneeskundige dienst in en na het gevecht. [Jan. 1913. zijde der rivier te brengen, daar deze anders raèt die van Hp. V. No. 2 in 's vijands handen konden vallen. Dit vor derde echter zooveel tijd, dat, zooals wij gezien hebben, nog een aantal gekwetsten aan de Hp. V. No. 2 moest worden achtergelaten. De gewonden der Hd. Y. werden, voor zoo ver zij niet te voet Leuwiboender konden bereiken, voorloopig in en onder de huizen te Bajabang en Tjiroentah gelegerd. Tevens gelastte de Ch. A. VI., dat V. S. Br. 1 den 12den 's morgens op een nader aan te geven uur, Y. S. Br. 2 zoodra de gewonden aan het V. H. waren overgegeven, naar Rënde zouden afmarcheeren. De gewonden van de le Brigade waren allen rechtstreeks Gewonden naar Tji Randjang vervoerd; zelfs waren aan dit transport der ie Br. onder bijzonder geleide nog een aantal gekwetsten van den vijand medegegeven. Het vervoer met deze geimproviseerde ziekenkarren bij nacht, langs een slechten weg, was vooral voor de zwaar gewonden eene ware marteling. Dat er dan ook eenige hunner gedurende het vervoer overleden, en een groot aantal buiten kennis de ziekeninrichting te Tji Randjang werd binnengedragen, kan geen verwondering baren. Toch was voor degenen, die het er goed afbrachten, en dit was de overgroote meerderheid, deze wijze van vervoer nog de beste oplossing; zij waren er ten slotte beter aan toe dan de kameraden, die zich te Bajabang en zelfs te Tjiharashas bevonden. De gewonden, die te water naar de gedetacheerde Sectie Gewonden van het Y. H. waren vervoerd, waren nog in den loop van te Bajabang. den llden naar Tjiharashas doorgezonden. Toch werd de Sectie den 12den nog niet aangetrokken, daar de kolonel C., die persoonlijk den terugtocht van zijne Brigade had geleid, zijn wensch had te kennen gegeven, de nog aanwezige gewon den alsnog langs de Tji Taroem af te voeren. Het inladen der vlotten zou dan ten O. van Parakanteloe kunnen geschieden. Te 9 v.m. waren de vlotten op dit punt aangekomen, en te 11 v.m. waren ook deze gewonden bij de gedetacheerde Sectie V. H., van waar zij, dank zij het 53

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 55