De Geneeskundige dienst in en na het gevecht. [Jan. 1913. men, gehandhaafd; toen men echter ongeveer alle gewonden hijeen had, werden zij compagnies- en Korpsgewijze vereenigd, en zooveel mogelijk dienovereenkomstig gelegerd. De gewon den van den vijand zijn onder bijzonder toezicht gesteld, en vooral de nog marschvaardige worden streng bewaakt. Enkele van onze lichtgewonden, die nog een wapen kunnen hanteeren, worden door den Ch. V. H. voor dergelijke politie diensten aangewezen. Daar in de nabijheid nergens eene militaire of andere ziekeninrichting aanwezig is, wordt dankbaar gebruik gemaakt van de diensten van eene afdeeling van het Roode Kruis, die heeft aangeboden een tijdelijk hospitaal op te richten, het geen in overleg met den Ch. A. YI. te Tji Kalong (ten O. van Rende) geschiedt. Het Y. H., dat eigenlijk slechts voor de verpleging van 150 lijders is ingericht, en op het oogenblik 600 verpleegden heeft, kan zich nu ten minste reeds dadelijk van een gedeelte der gewonden ontlasten. In de eerste plaats worden in den loop van den 13den naai het hospitaal van het Roode Kruis overgebrachtde z.g. B-lijders, dat zijn zij, van wie met eenige zekerheid kan worden aangenomen, dat zij niet binnen 3 maanden geschikt zullen zijn voor den dienst bij of in den rug van het leger. In den loop van den 12den zijn de troepen, den 13den de treinen per spoor naar Tji Randjang teruggebracht. In den loop van den 14den worden de gewonden naar Bandoeng vervoerd, de marschvaardigen in personenrijtuigen en gesloten goederenwagens, de overigen in daartoe door den Geneeskundigen Dienst bijzonder ingerichte goederenwagens. Door de zorg van den Gewestelijk Eerstaanwezend Officier van Gezondheid worden zij geleidelijk naar andere ziekenin- richtingen reeds bestaande dan wel tijdelijk opgerichte te Garoet, Tjitjalengka e.d. doorgezonden. Bij het transport der niet-marschvaardige gewonden van Tjiharashas naar de inlaadplaatsen wordt gebruik gemaakt van de voertuigen van het V. H. 55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 57