Korte Mededeelingen. [Jan. 1913.
heeft, mag in de eerstvolgende 7 jaar geen nieuw paard van het
rijk koopen.
Aan de bereden subalterne officieren kan het houden van een eigen
paard, inplaats van een bruikleenpaard, toegestaan worden.
Om gegevens te verzamelen on regelingen te maken voor het bren
gen van de vredessterkte op de oorlogssterkte en voor de verdere
aanvulling in oorlogstijd is bij de wet bepaald, dat jaarlijks paarden-
keuringen plaats hebben.
Aan elke divisie is een district aangewezen, waarin zij de keuringen
laat houden en bij mobilisatie en in oorlogstijd de noodige paarden
vorderen kan.
Voorshands kan hier nog niet veel van verwacht worden. Het
aantal paarden is groot genoeg, maar de hoedanigheid laat alles te
wenschen over. De uitgebreide maatregelen, welke de regeering tot
verbetering van het paardenras genomen heeft, zijn wel niet zonder
gunstige uitkomsten gebleven, zooals uit de paarden der remonte-
depöt's blijkt, maar het zal no* lang duren, voordat Japan het bij
mobilisatie noodige aantal paarden van voldoende hoedanigheid in het
eigen land vinden kan.
In het buitenland worden voor de remonteering geen paarden aan
gekocht.
De reraonfe-depöt's
Elk remonte-depot staat onder een hoofd-officier der cavalerie, bij
gestaan door eenige subalterne officieren van hetzelfde wapen en een
paardenarts. Verder zijn aanwezig een officier van gezondheid en een
of meer officieren der militaire administratie.
De officieren der cavalerie worden op voordracht van den Chef van
het Hoofdbureau voor het Remoutewezen door den Minister van
Oorlog voor den dienst bij de remonte-depöt's aangewezen. Sommigen
hunner hebben dergelijke inrichtingen in het buitenland bestudeerd.
Het mindere personeel, opzichters en oppassers, behoort niet tot het
actieve deel van het leger. Wel gebruikt men voor opzichter bij
voorkeur oud-onderofficieren der bereden wapens.
Het aantal remonten in de depot's moet driemaal zoo groot zijn
als de jaarlijksche behoefte bedraagt van de korpsen en inrichtingen,
welke door de depot's aangevuld worden.
Als regel worden de paarden op 4-jarigen leeftijd naar den troep
gezonden.
Elk jaar, in het najaar, worden 1-en 2-jarige paarden voor de
depot's aangekocht door officieren, die daartoe de paardenrijke streken
rondreizen. De aankoopsprijs bedraagt gemiddeld 150 yen.
Bij het aankoopen wordt rekening gehouden met de afstamming,
welke echter niet altijd bekend is. Er worden geen merriën aangekocht,
om de goede merriën niet voor de- fokkerij verloren te doen gaan. De
hengsten worden op 2-jarigen leeftijd in de depot's gecastreerd.
Er wordt van staatswege niet rechtstreeks voor de remonte-depót's
M. I. T. 1913. 5. 65