Oorlogsbegrooting 1913. [Febr. 1913.
Blijkens 30 van het Voorschrift betreffende de beoordeelingslijsten
van de Europeesche officieren, behoorende tot de Nederlandsch-'lndi-
sche landmacht, in Indisch Staatsblad 1911, No. 278, werden aan den
beoordeelde alle in zijn beoordeeling voorkomende ongunstige aantee-
keningen in afschrift ter hand gesteld.
Ingevolge 31 is het den beoordeelden officier tot en met den
rang van luitenant-kolonel toegestaan bij ongeschiktverklarinc voor
den hoogeren rang of, bijaldien in de beoordeeling de aanteekening
voorkomt, dat op langer behoud in het leger na verkregen pensioen
saanspraken over den tegenwoordigen rang, geen prijs wordt gesteld,
zich op die ongunstige aanteekening op de voorgenomen wijze te
rechtvaardigen.
Hierdoor wordt de gelegenheid uitgesloten om zich te rechtvaardi
gen op die ongunstige aanleekeningen, die niet hebben geleid tot
ongeschiktverklanng voor den hoogeren rang of het stellen van bo
venbedoelde aanteekening, dat geen prijs wordt gesteld op langer be
houd in het leger. ra
Iutusschen mag hieruit niet worden afgeleid, dat tegen de ongun
stige aanteekeningen, hier bedoeld, geen bezwaren mogen worden
ingebracht. Overeenkomstig de bij de Algemeene order van het In
dische leger 1908, No. 34, gestelde regels, staat het den betrokkene
altijd vrij, zulke bezwaren in te brengen en herziening van die aan
teekeningen te vragen.
Ter voorkoming van alle misverstand ter zake, zal in de Alge
meene order No. 31 van 1911, waarbij het voorschrift in het Indisch
Staatsblad No. 278 van dat jaar ter kennis van het leger in Neder-
landsch-Indië is gebracht, aan het slot van 31 (2) de volgende
noot worden opgenomen
„In alle andere gevallen kannen tegen ongunstige aanteekeningen
bezwaren worden ingebracht op de wijze ais is voorgeschreven in de
Algemeene order 1908, No. 34."
Nu zal men zeggen, dat niet een Commissie over die bezwaren zal
hebben te oordeelen. Dit is juist, maar het betreft dan ook aantee
keningen die niet de ongeschiktheid voor den hoogeren rang ten ge
volge hebben. Intusschen ben ik bereid om de aandacht van den
Gouverneur-Generaal er op te vestigen dat, wanneer deze methode
niet afdoende blijkt, tot het oude stelsel zal zijn terug te keeren.
De geachte afgevaardigde heeft er zijn leedwezen over uitgesproken,
dat de firma Schneider zich teruggetrokken had in zake de levering
van berggesehut, hij zeide echter, dat het gedrag van de Regeering
in deze niet kon gelaakt worden. Ik ben overtuigd, dat de geachte
afgevaardigde met nog veel meer warmte zou gesproken hebben, in
dien hij wist met hoeveel lankmoedigheid de Regeering tegenover de
firma Schneider heeft gehandeld. De firma heeft de Regeering ruim
een jaar aan de praat gehouden. Meer dan een half jaar nadat zij
aan de Regeering de toezegging had gedaan een kanon te zullen zenden,
is zij met eischen gekomen die de Regeering niet kon inwilligenOp
het oogenblik zijn zoowel door de firma Ehrhardt als door°de firma
221