238
Feb]-. 1913.]
OORLOGSBEGROOTING 1913.
niet aan denken lieden die daden doen, welke een schande zijn voor
de Nederlandsche Regeering, ongestraft te laten rondloopen. Als dat
gebeurde zou men van alle kanten hoorende Regeering laat alles
maar toe. Wat het karakter van Pomboe betreft, het feit dat Pom-
boe, hoewel herhaaldelijk opgeroepen om voor den controleur te ver
schijnen, dit niet deed, is vooral in een eiland dat kortelings aan
het Nederlandsche gezag was onderworpen, een zoo bedenkelijk ver
schijnsel, dat men niet anders kon doen dan trachten Pomboe in han
den te krijgen. Ik wil niet pleiten voor de wijze waarop dit is ge
schied, maar men kon Pomboe niet ongemoeid laten.
De heer ter Laan heeft opnieuw ter sprake gebracht de vereeniging
Weduwenzorg, en heeft gevraagd of de Regeering de som van 1000,
die begrepen is in onderafd. 14 van hoofdstuk I van deze begrooting,
niet zou willen uitbreiden ook tot personen die niet aangesloten zijn
bij de vereeniging. Ik heb herhaaldelijk gezegd, dat een van de
redenen waarom de Regeering over de groote bezwaren die zij eerst
had heen stapte, is, dat wij te doen hadden met een afloopende con
tributie. Er kan niet aan gedacht worden daaraan een algemeene
uitbreiding te geven.
De heer Smeenge heeft mij verzocht nog eens te laten nagaan wel
ke de houding is geweest tegenover de fabriek, die verzocht had een
aantal schoenen, die zij hoopte dat het Gouvernement zou gebruiken,
over te nemen. Gaarne wil ik die zaak nog eens onderzoeken on na
gaan of tegenover den leverancier de billijkheid is betracht.
De heer Yerhey heeft nog eens ter sprake gebracht wat ik gezegd
heb over de firma Schneider. De betreur dat de firma die houding
heeft aangenomen, maar ik kan niet inzien, dat het op dit oogenblik
mogelijk zou zijn ten aanzien van die firma nog iets te doen.
Aan den heer ter Laan wil ik nog opmerken, dat de Regeering
gaarne bereid is de pogingen van particulieren, die zich het lot aan
trekken van verlaten kinderen, in vele gevallen in concubinaat ver
wekt, te steunen.
Voorloopig verslag (le Kamer).
Concu inaat. Met verwijzing naar hetgeen dienaangaande gezegd
is in 5 van de algemeene beschouwingen, werd nader aangedrongen
op het tegengaan van dit euvel in de kazernes. Door de Zedelijkheids-
wetten wordt hier te lande de ontucht beteugeld. Waarom moet zij
in Indië vrijgelaten worden
Verdediging van Indië. Militie. Men sprak het vertrouwen uit dat
do Staatscommissie in zake defensie van Indië ook het vraagstuk der
inlandsche militie zoude ter hand nemen.
Andere leden daarentegen wenschten de belangstelling van den
Minister in te roepen voor het artikel van den gepensionneerden luite
nant-kolonel F. C. Hering over de verdediging van Java, in de December
aflevering van het tijdschrift De Gidswaarin de instelling van een
volksleger met het oog op een guerilla-oorlog wordt bepleit.