Febr. 1913.] De reserve voor het Indische Leger.
juist antwoord kunnen worden verwacht op de vraag, of aan
eene militie voor de verdediging van Java waarde moet worden
gehecht.
Luidt het antwoord ongunstig, dan zal tot een meer kost
bare wijze om een reserve te vormen moeten worden overge
gaan, n. 1. vrijwillige reservisten.
Ook bij deze oplossing treft men in het door X gegeven
overzicht twee richtingen aan, n. 1. reservisten uit het volk
verkregen zonder de tusschenkomst van het leger, en reser
visten verkregen uit het leger.
X behoort tot de aanhangers van de vorming van een re
serve door het leger.
Tegenover deze voorstellen heeft de regeering reeds het
volgende tot stand gebracht:
1. reserve uit bet volk:
a. de barisan van Madoera (sedert 1831) en het legioen van
Mangkoe Negara;
2. reserve gevormd uit het leger:
a. de legerreserve van gewezen physiek geschikte militairen
(reserve van 1903);
b. de legerreserve van in civielen dienst overgegane mili
tairen, wier diensttijd nog niet geëindigd is (op de begroo
ting voor 1912);
waaruit blijkt, dat zij in elke richting getracht heeft wat te
bereiken.
Gaan we—om ons Hollandsch karakter niet te verloochenen
eerst na wat deze verschillende reserveformaties kosten.
Volgens X is op de begrooting 1912 0 voor het Legioen,
sterk 26 officieren en 765 man, gevraagd f 106456. Dit korps
kost dus per hoofd (officieren en instructeurs inbegrepen)
ongeveer f 135.
Voor de Barisan is op de begrooting gebracht f268973. Op
128
(1) Bedoelt X: voor 1313? Zoo niet, dan is hier ergens een fout. Volgens
hem is voor beide korpsen samen uitgetrokken f 106456+268973=f 375429. Voor
1913 is voor het Leg. alléén f 51930 meer en voor beide samen f 54096 meer
gevraagd, terwijl het totaal toch maar f 369314 is. Deze getallen kloppen niet.