De reserve voor het Indische Leger. [Febr. 1913.
den 60 man werden gegageerd als gevolg van verwonding of
verminking in en door den dienst ontstaan, zoomede dat van
die zestig 20 man recht kregen op J verhooging, zoodat 477 man
(kader inbegrepen) jaarlijks werden gegageerd wegens onge
schiktheid, niet ontstaan in en door den dienst. Ingevolge de be
staande bepalingen hadden deze menschen 10 of meer jaren
dienst. Nu werd reeds berekend dat van de het leger samenstel
lende groepen, sterk resp. 1924,1912, 1881 enz. jaarlijks verlo
ren gaan 12, 31, 49, 66, 81, 94, 105, 113, 118, 120, 120,118,
113, 107, 99, 90, 81, 72, 62, 54, 45, 38, 31, 25 en 20 man.
We kunnen nu, al weer zonder al te groote onjuistheid te
begaan, aannemen, dat van de 477 bovenbedoelde militairen,
welke 10 of meer dienstjaren hebben
militairen 10 jaar dienst hebben, 53 elf jaar, 49 twaalf jaar,
47 dertien jaar, 44 viertien jaar, 40 vijftien jaar, 36 zestien
jaar, 32 zeventien jaar, 28 achttien jaar, 24 negentien jaar,
20 twintig jaar, 17 een en twintig jaar, 14 twee en twintig
jaar, 11 drie en twintig jaar en 9 vier en twintig jaar.
De jaarlijks gegageerd wordende 597 Amboineezen en In
landers krijgen dus recht op 60 X 1/i 40 X Vi 20 X 5U
53 X V2 49 X V. +47 X 0.54 44 X 0.58+40 X 0.62 36 X
0.66 32 X 0-70 28 X 0.74 24 X 0-78 20 X °-82 17
X 0.86 14 X 0-90 11 X O-94 9 X O.98 427 maal het
volle gagement.
Het gemiddelde volle gagement (gewogen gemiddelde) be
draagt
zoodat het bedrag op de uitbetaling waarvan ieder jaar recht
wordt verkregen: 427 X 141 f 60207.
Op de begrooting voor 1908 (latere gegevens staan mij mo
menteel niet ten dienste) was voor gagement en onderstand
voor Amboineezen en Inlanders uitgetrokken f 1036000.
Aannemende dat alle militairen, die met minder dan 10
dienstjaren werden afgekeurd, onderstand krijgen, zal bier-
139
120w
120+118+113+107+99+90+8H-72+62-i-54+45+38+31+25+2U
2 X 300 2.5X240 35.5 X 200 8X180+8^150+144X120
24-2.5+3 5.2+8+8+144