Febr. 1913.] De reserve voor het Indische Leger.
is. Met eenige verbazing las ik toch S. 's oordeel over de
geoefendheid van de korpsen Barisan, welke zich volgens
hemop uitstekende wijze van alle opdrachten kwijten. Dat
kan zelfs lang niet altijd worden getuigd van korpsen van
het leger en als S. 's oordeel juist iszou het aanbeveling
verdienen het leger te vervangen door dergelijke korpsen
als de geoefendheid daarvan niet te wenschen laat, waarom
dan een duur leger te onderhouden, terwijl met goedkoope
korpsen kan worden volstaan N. m. rn. echter wordt door
S. de waarde van die korpsen te hoog geschat, eene meening,
welke uitsluitend berust op het uitgesproken oordeel van an
deren. Het is mij opgevallen, dat de voorstanders van be
doelde hulpkorpsen bijna zonder uitzondering reorganisatie
noodzakelijk achten. Zij eischen kazerneering, vermeerdering
van het kader van het leger, verhooging van traktementen
voor de Officieren enz, waardoor echter het eenige voordeel
van die korpsen, nl. dat ze goedkoop zijn, verloren gaat. Zij,
die de bestaande korpsen wenschen te behouden, voeren
hiervoor veelal redenen van politieken aard aan. Het gaat
waarlijk niet aan de geoefendheid van barisan enz. op één
lijn te stellen met die van het leger; eene dergelijke uit
spraak doet waarlijk denken aan eene geringschatting van
de prestatie van het hoofdwapen. Zou S. voor de Artillerie,
de Cavalerie of de Genietroepen ook de prestaties van dergelijke
korpsen gelijkwaardig achten aan die van het staande leger.
Het door mij aanbevolen stelsel geeft geoefende menschen,
waarvan het te verkrijgen aantal met zekerheid is op te geven,
terwijl het pijl van het leger zal worden verhoogd als gevolg,
van grootere physieke geschiktheid van het Amb. en lol.
element. Het is nu maar de vraag of deze voordeelen opwegen
tegen de meedere kosten, een kwestie van appreciatie dus.
Hiermede zou ik kunnen eindigen, ware het niet, dat ik me
verplicht acht op te komen tegen de voorlaatste alinea van
S. 's artikel. Hoe S. tot het denkbeeld komt, dat ik de 12 J
millioen wil opmaken aan de Infanterie is mij ten eenenmale
142