De militaire toestand nan China één jaar
na het uitbreken Dan de ommenteling.
Toen de omwenteling uitbrak (October 1911), verkeerde
het Chineesche leger nog in het tijdperk van voorbereidingx).
Met name zijn voornaamste bestanddeel, het officierskorps,
was nog in geenen deele voor zijne taak berekend. Met dat
al was het legerbestuur in vele opzichten op den goeden
weg, zoodat verwacht kon worden, dat op den langen duur
de vele goede soldateneigenschappen van het Chineesche volk
volkomen tot haar recht zouden komen.
De omwenteling heeft alles op losse schroeven gezet; eenige
divisiën in het Zuiden zijn verloopen of ontbonden, andere
zijn nieuw opgericht, de geheele ordre de bataille is verward
en vele door de vroegere Keizerlijke Regeering beraamde
maatregelen zijn, tot groot nadeel van de zaak, door de
republikeinsche Regeering veranderd of ingetrokken, hoogst
waarschijnlijk alleen uit politieke overwegingen. In de nieuw
opgerichte eenheden werden meermalen hoogst bedenkelijke
elementen opgenomen; geheele rooversbenderi met hare eigen
aanvoerders 2) trokken de uniform aan, ontvingen voortaan
van 's Landswege betaling, wapening en munitie, om bij
voorkomende gelegenheden haar oorspronkelijk bedrijf weder
uit te oefenen, doch thans gemakkelijker dan weleer.
Aanleiding tot dergelijke uitspattingen werd maar al te
licht gevonden. Den soldaten werd dikwijls onthouden, waar
op zij recht hadden, zoowel tengevolge van den algemeenen
ongunstigen financieelen toestand als van knoeierijen van
vele autoriteiten, die eenerzijds het rijk bestalen, door de
sterkte der korpsen grooter dan de werkelijke op te
144
1) Zie :Het Chineesclie krijgswezen bij het uitbreken van den opstand in
October 1911 (blz 474 van den vorigen jaargang).
2) Zoo bevindt zich te Honam, nabij Kanton-, een korps van ongeveer 2000
man, allen vroegere zeeroovers, met hunne eigen aanvoerders als officieren.