De militaire toestand van China enz.
[Febr. 1913.
geven, en aldus veel meer ontvingen dan zij tot het doen
van de verschillende betalingen noodig hadden, anderzijds
de soldaten te kort deden, door de soldij slechts gedeeltelijk,
of in het geheel niet, of bijvoorbeeld in minderwaardig bank
papier, uit te betalen, enz. Zoo kwamen de soldaten er toe
zich door plundering te verschaffen, wat hun wederrechtelijk
onthouden werd (i). In de zeldzame gevallen, dat officieren
dergelijke gewelddaden trachten tegen te gaan, werden zij
door hunne soldaten vermoord (2); meestal gedroegen zij zich
dan ook volkomen lijdelijk of, nog erger, ontzagen zij zich niet,
om van de geboden gelegenheid gebruik te maken om hunne
eigen belangen te behartigen.(3)
De slechte financieele toestand van het rijk heeft nog een
ander nadeel: bet afdanken van de vele voorloopige formaties
145
1) B. V. te Peking in de laatste dagen van Februari j. I. en nog vele andere
gevallen, te veel om op te noemen.
Gebruik makende van den naijver tussclien sommige korpsen, gelukt het de
Regeering veelal eenige schuldigen te straffen, doch de rustbewaarders blijken
meermalen even erg te zijn als de rustverstoorders. Zoo droegen vele huizen
te Tsi nan fu na de groote plundering in den zomer het opschrift: „hier is
driemaal geplunderd", nl. eerst door de muitende troepen, toen door het
peupel en ten laatste door de troepen, afgezonden om de orde te herstellen.
2) Toen de soldaten te Weihsien (Shantung) in het voorjaar begonnen te
muiten, dreigden zij den Generaal, die hen tot kalmte vermaande, met den
dood, waarop hij overhaast vluchtte en zich ergens verborg. Hoofdofficieren
smeekten op hunne knieën tevergeefs om rustig te blijven. Toen de Generaal
na de plundering uit zijn schuilhoek te voorschijn kwam, werd hij door zijne
^ondergeschikten" uitgejouwd.
In Juli schoten eenige soldaten te Wuchang een Kolonel en een ander officier
in koelen bloede neer, omdat dezen hen tot kalmte vermaanden, wanneer zij
met uitbetaling van hunne geheele achterstallige soldij en een gratificatie over
eenige dagen afgedankt zouden worden.
3) Den 25sten Augustus brak onder de soldaten te Tungchow, op sleelits 20
K. M. van Peking, een oproer uit. Een vierde deel van de stad geraakte
gedurende de plundering in brand en werd in de asch gelegd. De Regeering
slaagde erin de orde te herstellen 1 hoofdofficier, 5 compagniescommandanten
en 10 Luitenants, voorts omstreeks 20 militairen van minderen rang, werden
onthoofd 1500 man werden zonder eenige straf weggezonden en ontvingen
bovendien 10 dollar per hoofd. De buit werd hun niet afgenomen.
Teekenend is, dat in Augustus in de internationale nederzetting te Hankow
een jinrikisha-koeli wegens diefstal van 3000 dollar gevangen genomen werd.
Bij het verhoor bleek, dat de man een paar dagen te voren Kolonel en
regimentscommandant te Wuchang was.