buren gevoelt de Chinees weinig voor het geheele rijk, waar
toe de enorme uitgestrektheid ongetwijfeld medewerkt. Zijn
gemeenschapsgevoel bepaalt zich tot zijne familie, zijn clan,
hoogstens tot zijne provincie. In dit opzicht kan China ver
geleken worden met het Duitsche Rijk, dat vóór de groote
oorlogen van 1866 en 1870 niet veel meer dan een geo
grafisch begrip was. Het is nu de vraag, of de omwente
ling in hare gevolgen op het Chineesche Rijk een dergelij-
ken invloed hebben zal als de groote oorlogen met Oosten
rijk en Frankrijk op het toemalige Duitschland.
Yan de volksvertegenwoordiging, welke in de toekomst te
Peking zal zetelen, kan verwacht worden, dat zij in dit opzicht
mettertijd veel zal uitwerken, daar zij het ontwikkelde deel van
het Chineesche volk gelegenheid geeft invloed op den gang
van zaken in het geheele Rijk uit te oefenen. Wel zal ook
deze instelling vele kinderziekten moeten doormaken, doch
ten langen leste zullen de Chineezen door haar kunnen leeren,
dat het algemeen welzijn ten slotte de belangen van eik
individu ten goede komt.
Van meer belang voor het tegenwoordige is echter, dat de
positie van de Regeering te Peking gaandeweg sterker wordt
onder leiding van den President Yüan Shih Kai. Teekenend
voor de aangroeiende macht der centrale Regeering is heb
bezoek, dat de vroegere President van de revolutionaire Re
geering van Zuid-China Dr. Sun Yi Hsien, en de eveneens in
het Zuiden zeer invloedrijke Generaal Huang Hsing in Sep
tember aan Yüan Shih Kai brachten, nadat deze koit te
voren twee aanhangers van beide volksleiders, de Generaals
Cbang Chen Wu en Fang Wei, op aanklacht van den vice-
president Li Yüan Hung, als samenzweerders had laten dood
schieten. Sun Yi Hsien houdt zich sedert bezig met het
beramen en uitwerken van veelomvattende spoorwegplannen,
terwijl Huang Hsing zich op gelijke wijze aan het mijnwezen
zou gaan wijden. Zij zouden alzoo het politieke veld geheel aan
Yüan Shih Kai gelaten hebben en dit kan, ook voor de weder
geboorte van China's krijgswezen, van groote beteekenis worden.
147
EEN JAAE NA DE OMWENTELING. [Febr. 1913.