Febr. 1913] De militaire toestand van China Immers, van YüanShihKai, die reeds een tiental jaren geleden de noodzakelijkheid van een modern leger voor China inzag en destijds de Peiyang divisiën tot een voor het Hemelsche Rijk on- gekenden graad van geoefendheid wist te brengen, kan ver wacht worden, dat hij ook na, zoodra de financieele toestand hem daartoe in staat stelt, zijn organiseerend talent ten bate van China's weerkracht te land en ter zee zal aanwenden (i). Hij zal hierbij kannen rekenen op de medewerking van vele rumoe rige elementen, die zich in het afgeloopen jaar door hunne aan matigende houding tegenover buitenlanders en hunne luidruch tigheid in de pers onderscheiden hebben. Deze elementen zijn hoofdzakelijk Chineezen, die eenigen tijd in Amerika gestudeerd en daar de minder gunstige eigenschappen der Amerikanen overgenomen hebben. Doch niet alleen onder dezen, maar ook onder de meerderheid van de bevolking in de groote handel plaatsen aan de Oostkust kan een ommekeer in de houding tegenover buitenlanders opgemerkt worden. Natuurlijk moet hier voorloopig meer aan persoonlijke ijdelheid, dan aan na tionaal zelfbewustzijn en vaderlandsliefde gedacht worden, doch een menschenkenner en politicus als Yüan Shih Kai zal deze verschijnselen met succes ten jgunste van mogelijke mili taire reorganisatieplannen weten aan te wenden en het kan verwacht worden, dat hij er ten slotte in slagen zal, niettegen staande de boven besproken bezwaren, eene strijdmacht te vormen, welke zich tot een bruikbaar leger ontwikkelen zal. Een merkwaardig verschijnsel cp militair gebied gedurende het afgeloopen jaar was de toenemende Japansche invloed. Vóór het uitbreken van den opstand werd, tot groote ergenis der Japanners, door den toenmaligen Minister van Oorlog, Generaal Yin Chang, het Duitsche militaire stelsel tot voor beeld genomen, werd het materieel bij voorkeur in Duitsch- land besteld en waren ook een paar Duitsche officieren door de Chineesche Regeering in dienst genomen. Wel zijn deze 148 1) Ook Dr. Sun Yi Hsien noemde in een vraaggesprek eene krachtig geor ganiseerde land- en zeemacht eene levensvoorwaarde voor de nieuwe republiek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 32