[Febr. 1913. officieren nog niet ontslagen, maar overal hebben zich de Ja panners weten in te dringen Het is duidelijk, dat bij al den tegenzin, dien de Chineezen voor de Japanners gevoelen, de onmiddellijke nabijheid van het land der Rijzende Zon en het schitterende voorbeeld, aldaar gegeven, den Japanners een grooten voorsprong op andere volken geeft; een en ander versterkt de positie van Japan in Oost-Azië in hooge mate en kan nog vèr strek kende gevolgen hebben. II. Uit den aard der zaak kwam in het afgeloopen jaar niet veel tot stand op militair gebied. Omtrent reorganisatie plannen werd niets met zekerheid vernomen; geldgebrek zou trouwens veranderingen van groote beteekenis belet hebben. In afwachting van betere financieele tijden veran derde men o. a. de samenstelling van het Ministerie van Oorlog en natuurlijk de uniformen. De kleuren ter onder scheiding van de verschillende wapens zijn daarbij aan de nieuwe vlag ontleend en wel als volgt: Infanterie: rood, Cavalerie: geel, Artillerie: blauw, Genie: wit en Treinzwart. Verder schijnt men het voornemen te hebben de voorberei dende militaire scholen af te schaffen, omdat men van oor deel is, dat het middelbare onderwijs in China al hoog ge noeg staat om ze overbodig te maken. Van stelselmatig oefenen was natuurlijk geen sprake: de gevolgen daarvan waren duidelijk merkbaar op de parade, welke den lOden October te Peking ter herdenking van het uitbreken van de omwenteling gehouden werd. Alleen de voormalige Keizerlijke garde en de Pekingsche gendarmerie, welke gedurende de omwenteling vrijwel intact gebleven 149 EEN JAAE NA DE OMWENTELING. 1) Zoo zijn de uniformen van de Zuidelijke troepen zeer getrouwe navol- gelingen van de Japansche uniform.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 33