Febr. 1913.] De militaire toestand van China
zijn, bleken het vroeger geleerde nog niet geheel vergeten
te hebben. Vooral over de troepen, welke in het omwen-
telingsgebied nieuw opgericht zijn, wordt ongunstig geoor
deeld; mocht het tot eene nieuwe botsing met de Peiyang-
divisiën overigens zeer onwaarschijnlijk komen, dan zou de
uitslag, evenals vroeger, ten voordeele van laatstgenoemde
uitvallen.
Voor den Generalen Staf werd eene nieuwe instructie
vast gesteld, waarin zijne taak als volgt is omschreven:
„De Generale Staf heeft de leiding van alle aangelegenheden,
welke met de landsverdediging in verband staan.
„De Chef van den Generalen Staf staat onder de onmiddel
lijke bevelen van den President en heeft onder zich den
Generalen Staf zelve en alle officieren van dat dienstvak in
het Rijk, waarvan hij de werkzaamheden controleert. Boven
dien is hij belast met de leiding van de zaken betreffende de
hoogere krijgsscholen van land- en zeemacht, den topografi-
schen en den hydrografschen dienst, de in het buitenland
gedetacheerde officieren en het militaire verkeerswezen.
„De Chef van den Generalen Staf staat den President ter
zijde bij de behandeling van alle militaire aangelegenheden.
Hij legt den President voor alle verslagen betreffende het
gebruik van troepen en de landsverdediging. Wanneer de goed
keuring van den President op een en ander verkregen is, zendt
hij ze naar de Ministers van-Oorlog en Marine ter uitvoering."
De staatsrechtelijke beteekenis van de boven geschetste
verhouding tusschen het hoofd van het geheele krijgswezen
van den staat en den Chef van den Generalen Stafbuiten
beschouwing latende, wil ik wijzen op het verschil tusschen
China en andere landen in de regeling van deze belangrijke
aangelegenheid. In China wordt het hoofd van den Staat
voorgelicht door iemand, die eene nauwgezette studie heeft
150
1) In landen, geregeerd volgens een streng toegepast parlementair stelsel,
blijft de gegeven beschouwing liare waarde behouden, wanneer voor „President"
of „hoofd van den staat" gelezen wordt bijv. „de verantwoordelijke Minister
voor de landsverdediging".