[Febr. 1918. gemaakt van de wijze, hoe de strijdkrachten van den Staat in geval van oorlog het best worden aangewend en die tot uitwerking van details beschikt over eenige officieren, die in alle opzichten aan hem ondergeschikt zijn. In Duitschland wordt het Hoofd van den Staat voorgelicht door twee deskun digen, n.l. de Chefs van de Generale Staven van Leger en Marine hij zal zelf hebben te beslissen, hoe beide onderdeelen bij de verdediging van het Rijk met elkander hebben te werken; iemand, die deze belangrijke aangelegenheid bestudeerd heeft en hem dus daaromtrent kan voorlichten, is er niet. In Japan, dat als eilandenrijk de behoefte aan nauwe samenwerking tusschen land- en zeemacht sterker gevoelde dan bijv. Duitsch land, bestaat de Militaire Raad, een lichaam, waarin de hooge autoriteiten van leger en vloot zitting hebben. Nu moet een college, als deze Militaire Raad is, beraadslagen, vóórdat het een advies kan uitbrengen, en dan zal dat advies dikwijls Diet meer dan een compromis van ds afzonderlijke meeningen der leden zijn, zoodat, vooral in ernstige omstandigheden, de voorkeur moet worden gegeven aan het advies van één per soon, die zich volkomen in alles, wat op de onderwerpelijke aangelegenheid betrekking heeft, heeft ingewerkt. Dat men nu in China de hoogere krijgsscholen van leger en vloot, den topografischen en hydrografischen dienst ook onder dezen Chef van den Generalen Staf gesteld heeft, zal misschien geen algemeene goedkeuring vinden, doch doet niets aan het feit af, dat de samenwerking tusschen leger en vloot in oorlogstijd door het Chineesche stelsel het best gewaarborgd is. Natuur lijk blijven ook in dit stelsel afzonderlijke Generale Staven voor land- en zeemacht noodzakelijk. In den hierna volgenden staat is getracht een overzicht te geven van de strijdkrachten, welke één jaar na het uitbreken van de omwenteling aanwezig waren. Uit den aard der zaak is dit overzicht niet volledigde nog niet geordende toestan den maakten persoonlijk onderzoek zeer moeilijk, terwijl de officieele gegevens volstrekt onbetrouwbaar zijn. Bij verge- 151 EEN JAAR NA DE OMWENTELING. I. M. T. 1913 11.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 35