Feb]-. 1913.] De reserve voor het Indische Leger. vende Europeanen meer partij wilden trekken dan met het gebrekkige instituut van de schutterij mogelijk was. In al dieD tijd is er, zooals X terecht opmerkt, slechts één schrijver geweest, die met een geheel oorspronkelijk voorstel kwam, n.l. „Infanterist" (I. M. T. 1870), die eene Chineesche militie wilde invoeren. Of we ons ongelukkig moeten achten, dat dit denkbeeld bij de regeering geen ingang vond, meenen we te mogen betwijfelen; het Chineezen-vraagstuk is thans reeds ingewikkeld genoeg. Dat we eindelijk bij schrijvers van deze eeuw voorstanders vinden van een Inlandsch volksleger, is niet te verwonderen, waar we thans ook in Europa de militielegers den naam geven, die hun meer en meer toekomt, maar in het wezen der zaak zijn hun volkslegers precies hetzelfde als de militie van som migen hunner voorgangers, of de reservekorpsen van anderen. Beschouwen we alleen het vraagstuk van de versterking van het leger met inlandersdan merken we op, dat feitelijk slechts twee oplossingen aan de hand zijn gedaan. De een wilde georganiseerde inlandsche hulptroepen, waaraan al dan niet eenige Europeesche officieren en minder kader was toegevoegd, de ander wilde inlandsche reservemanschappen, voor wie—althans gedeeltelijk—in vredestijd emplooi werd ge zocht in gouvernementsbetrekkingen (politie), of die geduiende dien tijd niets zouden doen. Allen wilden echter vrijwilligers. Ook de aanhangers van een inlandsche militie. Door de in voering van dien naam hebben zij jalleen verwarring gesticht, omdat wij geneigd zijn daarbij te denken aan de militie in Europa, gevormd uit dienstplichtigen, die loten of zij hun dienstplicht al dan niet moeten vervullen en die met de vrijwilligers daar de volkslegers vormen. Het Indisch leger werd oorspronkelijk opgericht met het doel deze gewesten onder Nederlandsche heerschappij te behouden en orde en rust in den Archipel te handhaven. De pogingen om dat leger geschikt te maken vooi de veidediging 120

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 4