Uit het voorgaande moge gebleken zijn, voor welk eene reuzentaak zich het Chineesche legerbestuur gesteld ziet en dat, althans op militair gebied, het „ontwakende China" gerui- men tijd noodig zal hebben, om volmaakt wakker en van zessen klaar te zijn. Toch moet uitdrukkelijk tegen geringschatting gewaarschuwd worden: de voorgenomen regeling van het volks onderwijs belooft eene krachtige bevordering van eenheid van taal en nationaliteitsgevoel, terwijl de indruk, welken de Russische vorderingen op Mongolië in China thans(November 1912) maken, evenmin onderschat mag worden. Zijn eenmaal de geldmiddelen tot reorganisatie van de bestaande strijdkrachten beschikbaar, dan zullen Japansche instructeurs, die wegens stamverwant schap en eenheid van letterschrift beter dan Europeanen voor opleiding van Chineezen geschikt zijn, China dezelfde diensten bewijzen ais Meckel en de zijnen indertijd aan Japan, met dit onderscheid, dat Japan zijne eigen belangen daarbij Diet vergeten zal. Onder die omstandigheden blijft het voor elke mogendheid, die groote belangen in Oost-Azië heeft, noodzakelijk den ontwikkelingsgang van de Chineesche weermacht met groote aandacht te volgen. A. 170 EEN JAAK NA DE OMWENTELING. [Febr. 1913.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 54