De reserve voor het Indische Leger. [Febr. 1913. Indië tegen geweld van buiten zijn zoolang Nederland in de vorige eeuw nog over een vloot van eenige beteekenis beschikte en onze koloniën nog geacht konden worden „aan het andere eind van de wereld" te liggen pogingen gebleven. De nood drong niet hard genoeg. De sterkte, die het leger had en nog heeft, werd bepaald door de krachtsinspanning, waartoe de oorlog tegen den inlandschen vijand noodzaakte. Tot de verhouding tusschen het Europeesch en het Inlandsch element (1 op 2) in het leger, dat diende om de overheerschten in bedwang te houden, geraakte men langs empirischen weg, geleid door de overweging, dat het inlandsch element geen overwicht in het leger mocht krijgen. Hoe gevaarlijk het indertijd kon zijn de sterkte aan Europeanen te vermindei en, heeft de opstand van '56 in Britsch-Indië geleerd. Terwijl men in de groote rijken van de vrijwilligerlegers overging tot de volkslegers en via persoonlijken dienstplicht tot algemeenen dienstplicht, bleven in de koloniën de vrij willigerlegers noodgedwongen gehandhaafd. Deze tegenstelling is pas opvallend geworden sedert met de opleving van het Oosten ook de volkslegers daar ontstonden en daarmee de mogelijkheid, dat we die in getal zoo sterke legers ook tegenover ons zullen kunnen zien. De sterkte van het staande leger zoodanig op te voeren, dat het zich meten kan met een militieleger, is door de kosten eenvoudig uitgesloten. Het eenige middel om de verhouding eenigszins ten gunste te keeren, is het staande leger zooveel mogelijk in te krimpen en het aldus vrijkomende geld te besteden aan de instandhouding van een niet-actief- dienend deel, dat door minder kosten zooveel sterker zal kunnen zijn. Yan de sterkte, die men voor oorlogstijd noodig acht, zal het afhangen of men dan met het thans toegestane bedrag zal kunnen uitkomen. Wel is waar wordt de sterkte van ons staande leger bepaald door den eischhandhaving van orde en rust in den archipel, m.a.w. door den Inlandschen vijand, maar men mag aannemen, dat het in een afzienbaar tijdsbestek mogelijk 121

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 5