Febr. 1913.] Op welke doelen zullen de verdedigende geen twijfel, of de uitwerking van de verdedigende mitrailleurs zal vernietigend zijn. Oprijdende batterijen zijn zeer kwetsbaar; de kans, dat zij zich binnen de 1500 M. zullen voordoen, is echter vrij gering. Ook cavalerie is een loonend doel. Op 1500 M. is de tref ferruimte voor een doelhoogte van 2,50 M. ongeveer 25 M. diep. Per dieptelijn zijn dus 12 kogels noodig. Ook hier, geen rekening houdende met de breedtespreiding, dus in het gunstigste geval, is de trefkans +<3%; aangezien dit doel zich niet zóó spoedig aan het vuur kan onttrekken, zal de uitwerking daarop zeer groot zijn. Hoewel niet bepaald is uitgesloten, dat dergelijke doelen zich in front zullen vertoonen, is toch de kans daarop aan merkelijk grooter op de vleugels. Van de gesloten doelen kunnen wij dus eigenlijk alleen met zekerheid verwachten de massa's tijdens den stormde kans, dat gesloten secties der 1ste of 2e gevechtslinie zich binnen het vuurbereik der mitrailleurs zullen vertoonen, is betrekkelijk gering en, al mocht dit geval zich voordoen, dan zullen zij, na eenige verliezen te hebben geleden, zich niet voor de tweede maal gesloten vertoonen. De kans op het bevuren van Cavalerie (in front) is niet bijzonder groot, ter wijl oprijdende batterijen zich slechts bij hooge uitzondering zullen vertoonen. Onder olie omstandigheden echter kunnen de mitrailleurs mei zekerheid rekenen op tirailleurliniën als doel. Het is dan ook door eene dergelijke redeneering, dat kapi tein Hasselbach tot de volgende conclusie komt: „Het is de tirailleurlinie, waarop deze (de schietmethode) ge- „baseerd moet zijn. „De schietmethode moet zóódanig gekozen worden, dat het „mitraiileurvuur, zelfs onder moeilijke omstandigheden, in „staat zij vuuroverwieht op het tirailleurvuur te bevechten" waarmede de op blz. 178 genoemde volgorde is omgekeerd en 180 1) »Het Gevechtsscliieten met den Mitrailleur" blz. 121.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 64