Tactische Oefening op de kaart.
[Febr. 3 913.
2de Brigade.
NoTjikembar, 2 11 '12, 8 v m.
AANVALSBEVEL voor den 2den November 1912.
1. Voorhoede Deemfc vijand krachtig onder vuur. Zet aanval in
front van de stelling door, zoodra Vilde Batn tot den aanval over
gaat. Cav. beveiligt eigen linker vleugel.
2. Vilde Batn., waarbij 1 sectie Mitr. en 1/2 sectie Genie, buigt
N. waarts uit en verricht den aanval uit O. en N. O. richting tegen
den Pr. Malang.
3. Art. in stelling nabij pl. 12, ondersteunt aanval Vilde Batn.
4. Alg. Reserve, 3de en 4de Comp. Ilde Batn, waarbij 1 sectie
Mitr. aan driesprong rijwegen tusschen pl. 12 en 13.
5. Hp. V. voorbereiden bij pl. 11 rijweg.
6. Verzamelplaats marschvaardige gewonden bij pl. 10 rijweg.
7. Ik bevind mij bij de Alg. Reserve.
Uittreksel schriftelijk aan De Brigade Ct..
Ct. Voorhoede, Ct Vilde Btn., B.
Ct. Art., Ct. Alg. Reserve, Kolonel.
Ch. A. Br.
11.15 v.m. geheele bevel schrif
telijk aan dezelfde autoriteiten.
Omtrent dit bevel zij het volgende opgemerkt:
Tot het opheffen van het Voorhoedeverband bestond hier geen aan
leiding. De bijzondere opdracht aan de Cav. kon even goed in het
bevel voor den Voorhoede Ct. worden opgenomen.
De Bagage- en Alg. Trein behoefden niet van nieuwe bevelen te
worden voorzien, aangezien zij voorloopig nabij pl. 10 konden blijven
staan.
De plaats voor de Hp. V. is opzettelijk wat ver naar achteren ge
kozen om buiten de onmiddellijke nabijheid van de Art. stelling te
blijven.
Van het gebruik der Voorp, Telegraafbr. ten behoeve van de ge
vechtsleiding moet worden afgezien, daar de voorraad draad vrijwel
verbruikt zal zijn. De Br. Ct. zal zich dus met de optische seinmid-
delen van de sectie genietroepen en van de beide bataljons moeten
behelpen. Hierbij zij evenwel opgemerkt, dat het in beginsel moet
worden ontraden, technische hulpmiddelen, organiek tot een zeker
troependeel behoorend, zonder dringende noodzakelijkheid aan den
Ct. daarvan te onttrekken.
De marschvaardige lichtgewonden, worden voor zoover zij niet
naar de strijdende troepen terugkeeren in kleine detachementen
naar Soekaboemi geleid, van waar zij verder worden geëvacueerd.
213