De reserve voor het Indische Leger. [Febr. 1913. van de 17325 man, die ultimo 1910 op Java gelegerd waren (van alle wapens en diensten) 4149 niet beschikbaar waren of 24 Nu komen van die niet-beschikbaren in oorlogstijd wellicht nog een 15 terug, maar dan blijft het niet beschik bare deel toch nog het respectabele getal van 20 behalen. Voor de infanterie alleen zijn die cijfers te vinden in de statistiek 6b. Deze leert, dat op ultimo 1910 bedroeg: Uit een en ander blijkt, dat de sterkte niet voldoende was om alle bataljons op de oorlogssterkte van 632 man te brengen (de sterkte volgens de oorlogsorganisatiën). Nu zou men het tekort kunnen aanvullen met personeel van de garnizoensinfanterie, als deze niet geheel (op de garnizoens compagnie van Soemedang na) op de buitenbezittingen was gelegerd en het gegeven onze geringe strijdmiddelen ter zee gevaarlijk geacht moet worden te rekenen op troepen, die wellicht eeist na het intreden van den oorlogstoestand naar Java kunnen worden ingescheept. Wil men niet alles op één kaart zetten, dan is het ook noodig over manschappen te beschikken, die de in het eerste ernstige treffen geleden verliezen kunnen aanvullen. Met de verliescijfers van de gevechten in de jongste oorlogen voor oogen gelooven we, dat daarvoor wel minstens 10 der sterkte—of in het boven genoemde geval ongeveer 2200 man noodig zullen zijn. 125 bij de Veldbat. 1 t/m 20 Depötbat. 1 t/m 4 garn. inf. subs, kaders, scholen op reis naar bestemming tezamen. sterkte 13728 2535 8240 575 25078 beschikbaar 11850 1436 6775 575 20636 niet beschikbaar 1878 1099 1465 4442 of 13,7 57 17,8 18 1) Voor de 15 bataljons op Java waren ultimo 1910, 8986 man beschikbaar of 599 per bataljon.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 9