Op irelke doelen zullen de uerdedigende mitrailleurs moeten uuren? De mitrailleur-literatuur geeft op bovenstaande vraag tallooze antwoorden, die, hoewel in vorm en beslistheid ver schillend, toch de volgende grondgedachte gemeen hebben: Mitrailleurs moeten vuur brengen op alle loonende doelen, n. 1. a. gesloten doelen op afstanden tot 1500 M., b. rechtopgaande tir. liniën tot denzelfden afstand, terwijl c. gedekte tir. liniën zóó weinig trefkans bieden, dat het vuren daarop tot de uitzonderingen zal moeten behooren. Alzoo in de eerste plaats gesloten doelen. In verband met de ballistische eigenschappen van het he- dendaagsch geschut zullen troepen in marschcolonne of verza melvorm zich niet binnen den afstand van 6000 M. vertoonen; binnen het bereik van het werkzaam mitrailleur-vuur zijn ze nog minder te verwachten. Aangezien de gevechtsformatie reeds zal zijn aangenomen vèr boven de 1500 M., kan de mitrailleur op dien afstand nog slechts hopen op de gesloten secties flankcolonnesdei- eerste of tweede linie. De afdeelingen, bestemd om de tirailleur-linie te vormen, zullen zich reeds op afstanden van 2000 1500 M. hebben verspreid en vallen dus onder de sub b. of c. hiervoren ge noemde doelen. De daarop volgende ondersteuningstroepen zullen weliswaar zoo lang mogelijk gesloten blijven, doch het is zeer de vraag of die mogelijkheid op 1500 M. van den vijand nog bestaat. Aangenomen echter dat dit wèl zoo is, hoe groot is dan de trefkans?1) Tengevolge van de gemiddelde fout bij de afstandsmeting 178 1) Bij de volgende berekeningen is de- doelbreedte voor 1 man, over geheele doelhoogte, op 0,50 M, gerekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 62