Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. [Maart. 1913.
Keeren we thans tot de hoofdzaak terug, n. 1. tot het ant
woord op de vraagwat moeten we doen om aan den ondergang
te ontkomen als we door de krachtigste maritieme mogendheid
in Oost-Azië worden aangevallen?
Wij hebben als eenigste oplossing gevonden -.krachtige
weermiddelenin ons geval een krachtige vloot en dan
het streven naar bondgenootschappen blz (1167). Natuurlijk
willen we die oplossing onmiddellijk voor eene betere geven;
want niemand zal willen beweren, dat een bondgenootschap
een ideaal oplossing is. Het is veel aangenamer en veiligei
geheel op eigen kracht te steunen. Maar zelfs Engeland heeft
dat opgegeven
Dat die quaestie van een bondgenootschap juist thans vooi
ons van actueel belang is, komt doordat Nederland, thans het
defensievraagstuk willende oplossen,' geheel vrij is den weg
in te slaan, dien het wenscht te gaan, daar we niets hebben,
tenminste geen zeemacht, die ons dwingt in een reeds bepaal
de richting door te gaan.
We zijn vrij te nemen of niets, öf een torpedevloot, of een
artillerie vloot. En daar we alleen kans hebben een mo
gendheid te vinden, die met ons een defensief bondgenootschap
zal willen sluiten, als we ook haar kunnen helpen in geval
van nood, en we die hulp alleen mogelijk achten als we een
artillerievloot hebben, is dat voor ons een van de redenen
(niet de aller-eerste, zooals de heer N. het voorstelt) om
voorstander van zulk een vloot te zijn 1).
253
1) Dat wij daarin niet alleen staan, moge blijken uit de volgende aanhaling
van onlangs in de 2de Kamer door den afgevaardigde van Karnebeek (27
Nov. '12) gesproken woorden
Tengevolge van de opleving der Aziatische volken is Nederlandsch-Indie m
de internationale verhoudingen - de geachte afgevaardigde, de heer de Beau
fort heeft er gisteren reeds op gewezen in een geheel andere positie gekomen
dan waarin het voor weinige jaren was. De quaestie van de defensie is daar
door noodzakelijker wijze veel sterker op den voorgrond getreden en veel meer
pregnant geworden. En dit niet alleen met het oog op de defensie in den
toestand van oorlog, maar ook zonder dat er oorlog komt, met het oog op ie
machtspositie die Nederlandsch-Indië onder die nieuwe omstandigheden moet
kunnen innemen. Zelfs zonder dat er bepaald oorlogstoestand is, moeten wij