Maart. 1913.] Gemengde Compagnie. naar de Gajo en Alaslanden. In het hart van Sumatra gele gen, op weken afstand van onze vestigingen aan de kusten, werd de Colonne daar voor een taak gesteld, zoo zwaar, als nog niet is voorgekomen in de Indische krijgsgeschiedenis. Met de eerste zware slagen, was de krijg, tegen aller ver wachting, niet ten einde. Steeds weer stuitte de colonne, zoover verwijderd van haar operatiebasis, op hardnekkig verzet. Steeds weer moesten bloedige gevechten gevoerd wor den om den weerstand te fnuiken. Buitengewoon hooge eischen van moreel en volharding zijn toen gesteld aan de colonne, die zich schitterend van haar taak heeft gekweten. En bij de brigades marechaussée vochten Javanen en Amboi- neezen schouder aan schouder. Zoo ergens, dan zoude hier de noodlottige uitwerking der vereeniging beider rassen zijn gebleken. Nog een enkel woord over het slot. Dat de gemengde compagnie een onmogelijk naar behooren aan te voeren een heid zal zijn, meen ik hierboven afdoende te hebben weerlegd. Dat de sympathieën van den commandant eener gemengde compagnie in de meeste gevallen zich in een bepaalde rich ting zullen uiten, en daardoor de andere rassen zullen afstoo- ten en oorzaak zullen zijn van groote onderlinge verwijde- rin§i geeft geen hoogen dunk van het moreel en intellectueel peil, waarop deze commandanten door den oud-overste Hering worden gesteld. Juist door de invoering van de gemengde compagnie zullen de chefs, die hun taak begrijpen, en waartoe het mee- rendeel der compagnies-commandanten kan gerekend worden, zich gedrongen gevoelen, alle minachtende uitdrukkingen over of bejegeningen van een der rassen met kracht tegen te gaan J), de onderlinge samenwerking te bevorderen, en 264 (1). Minachtende uitdrukkingen over andere rassen komen bij het kader en de minderen van de homogeene compagnieën meermalen voor. Daar geen personen, die er aanstoot aan kunnen nemen in de onmiddellijke nabijheid zijn, wordt de noodzakelijkheid hiertegen op te treden, niet altijd gevoeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 24