De Feansche Legeemanoeuvees in 1912. [Maart 1918.
Het geheele manoeuvre-tijdperk was verdeeld in 2 perioden,
van elkaar gescheiden door een rustdag (le periode 11 t/rn
13 Sept; 14 Sept. rustdag; 2e periode 15 t/m 18 September).
Gedurende de 2e periode zou de troepenindeeling worden
gewijzigd, zooals nader zal worden aangegeven. Deze periode,
hoewel gedeeltelijk aansluitende aan de eerste, zou meer het
karakter dragen der vroegere manoeuvres, d. w. z. zou meer
geleid worden in eene bepaalde richting. Waar dus de le
periode vermoedelijk het belangrijkst zou worden, mag het
zeker eigenaardig genoemd worden, dat behalve Engelsche
en Russische officieren (Bondgenooten), geen vreemde attachés
die periode zouden bijwonen. Tijdens de 2e periode werden de
vreemde officieren (wederom Engelsche en Russische officieren
buitengesloten—deze groepen bleven geheel afzonderlijk) per
auto over het manoeuvreterrein gevoerd; er waren voor
hen geen paarden beschikbaar gesteld. Daardoor waren zij
uiteraard zeer gebonden en zullen zij zich, naar het wil voor
komen, niet altijd op de hoogte hebben kunnen stellen van
datgene, wat hun belangrijk voorkwam.
In verband met het voorgaande is de veronderstelling niet
te zeer gewaagd, dat wij, al waren we dan niet steeds op
de hoogte van wat er gebeuren ging, toch meer hebben kunnen
zien dan de genoodigde officieren, vooral ook omdat de cou
ranten, nadat het verzoek om geheimhouding was opgeheven,
uitgebreide gegevens verschatten, waardoor 't ons zeer goed
mogelijk was een goed overzicht van die manoeuvres te krij
gen.
Het zal wel geen betoog behoeven, dat het bij een gevechts
front van 2 Legerkorpsen naast elkaar, niet mogelijk was
om steeds alles te zien, zoodat het verslag van het verloop
der manoeuvres samengesteld is moeten worden aan de hand
van La France Militaire en andere dagbladen.
Aan het eigenlijk verslag moge een kort résumé voorafgaan
van onzen tocht, waarin dan tevens eenige gegevens kun
nen woiden verschaft, welke voor hen, die mochten worden
opgewekt om zelf ook eens te gaan zien, van belang kunnen zijn.
279