Maart 1913.] De Fransche Legermanoeuvres in 1913. lijke leger, geplaatst op den rechtervleugel van troepen, die zich gereed maken om op te rukken naar Orleans en Parijs, moet alles in het werk stellen om deel te nemen aan den grooten slag. Het Oostelijke Leger, dat den linkervleugel dekt van ze gevierende troepen, die tot doel hebben de westelijke krach ten buiten gevecht te stellen, heeft tot opdracht aan het Westelijke Leger te beletten zich met het gros van zijne partij te vereenigen. In den avond van den lOden September (de avond vóór den aanvang der manoeuvres) is de opstelling der troepen als volgt: (Zei Schets 1). Westelijk Leger-. (Generaal Galliéni). Hoofdkwartier te Cholet. Vliegpark te Voultegon. Xe. Legerkorps ten N. van de Loire, alleen de voorhoeden ten Z. daarvan bij Saumur. Xle. Legerkorps om Bressuire. Ie. Cavalerie-Divisie te Doué la Fontaine. Het westelijk leger was dus opgesteld in een strook ter breedte van 70 a 80 KM met de Loire tusschen de beide Legerkorpsen. Oostelijk Leger: (Generaal Marion). Hoofdkwartier te Le Blanc. Vliegpark te Tournon St. Martin. IXe. Legerkorps om Chauvigny, 30 KM. ten Z. van Chatellerault. Tijdelijk Legerkorps om La Haye Descartes. 7e. Cavalerie-divisie te Montbazon. Het oostelijke Leger was dus verspreid opgesteld over eene frontbreedte van 120 K.M. Voor de gedetailleerde samenstelling der Legers zie Bijlage. Eerste Dag. 11 September. De afstand, die de beide Legers van elkaar scheidde, be droeg, zooals reeds gezegd werd, ongeveer 100 K.M. Eene prach- 284

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 44