Maart. 1913.] Leger en vloot bij de verdediging v. Ned.-Indië. die de neiging hebben steeds grooter te worden, en 2e omdat een torpedovloot volgens hem beter de voor onze vloot weg gelegde taak kan vervullen. Ergo hadden we, waar onze meeningen op dit punt ver schillen, verwacht, dat we thans zouden hebben vernomen, welke voordeelen aan een torpedovloot boven een artillerie- vloot moeten worden toegekend. Maar ziet, instede daarvan wordt ons als we zelf de na- deelen van kleinere dreadnoughts opsommen verweten, dat we concessies doen, wordt beweerd, dat we (thans nog) met 15000 tons schepen aankomen, m. a. w. dat we 15000 tons schepen verkiezen zouden boven grootere dreadnoughts En verder niets! Is dat een verdediging van de torpedovloot?! Het spijt ons te moeten constateeren, dat de heer N. ons niet heeft begrepen. In de le alinea van ons artikel, daarin zat de grondgedachte, de rest diende alleen ter verdediging van ons standpunt. Wij hebben daarin alleen doen uitkomen, dat we zelfs een vloot van de kleinst denkbare dreadnoughts verkiezen boven een torpedovloot. Maar we hebben ons wel gewacht uit te spreken, hoe groot wij onze dreadnoughts zouden wenschen, daar die uitspraak, komende van niet deskundige zijde, al heel weinig beteekenis zou hebben. En de bescheidenheid dwingt ons om dezelfde reden de ons door den heer N. toegedachte eer, de vader te zijn van eenige theorie op maritiem gebied, af te wijzen. Ook hebben we het kleinst denkbare schip (d. i. volgens deskundigen een schip met minstens 8 kanonnen van minstens 80 cM., (2) redelijke pantsering en redelijke snelheid en daardoor een schip van 15—18000ton) te berde gebracht, om dat ook wij wel voelen en in zooverre gaan we dus geheel met den heer N. mee dat Nederland (en hierin staat het 2ii 1) In een artikel over dit onderwerp in de Javabode,einde December van liet vorige jaar, hebben we om die reden dan ook lieelemaal geen cijfers voor dreadnoughts genoemd. 2) Het is misschien beter te zeggenOngeveer 35 cM.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 4