Enkele aanteekeningen betreffende de 3apanscbe
keizermanoeuDre5 in 1912.
(14 19 noDember.)
302
Maart. 1913.]
Korte Mededeelingen.
De troepen.
Dit jaar was geen afzonderlijke Kobibrigade aanwezig; daarentegen
Tob^pn R compagnieën inf. door het onder de wapens roepen fan
en Kobimanschappen reeds enkele weken voor het begin der
manoeuvres op eene sterkte van 180 man gebracht, waardoor de aan
voerders en bevelhebbers gelegenheid hadden zich te oefenen in het
aanvoeren en leiden van afdeelingen, waarvan de sterkte niet veel
van de oorlogssterkte verschilde.
Van het physiek der troepen werd veel gevergd. Weliswaar ge
noot men overdag als regel van helder, bijna warm weder zonder
3' maaï ?6 Tht6n, zeer koud" Het vroor zelfs lichtelijk,
zoodat veel koude werd geleden onder de door de manschappen zelf
edegevoerde tenten. De afgelegde afstanden waren grooter dan bij
de manoeuvres van het vorige jaar. Doordat ten slotte de oefeningen
des daags gewoonlijk laat eindigden en bij beide partijen een ruim
gebruik werd gemaakt van de duisternis voor het oprukken tot den
ffndfi - 0n VaJl de1 terugtocK genoten de troepen bo
vendien over t algemeen niet veel nachtrust.
Verpleging,
De verpleging was goed te noemen, vooral wanneer men daarbij de
eenvoudige levenswijze van de «Tap. volksklasse in aanmerking neemt
In tegenstelling met het vorige jaar werd thans bij den bagage-
trein veldkookgereedschap op gevorderde voertuigen medegevoerd (vel.
M. T. Maart 1912 bl. 310); op de voorposten kookten de man
schappen zelve hun voedsel. Verder behoefden de soldaten niet zooals
m 1911 hun middagmaal, bestaande uit rijst, in den loop van dendas
gedurende een rust zelf te bereiden, maar was dit vooraf gereedge
maakt en werd het derhalve, met eene zekere hoeveelheid gedroogde
visch, koud gegeten (vgl. id. bl. 311). Voorts waren de manschap
pen voorzien van het gewone noodration (id. bl. 311).
In verband met het heerschen der cholera in de provincieën Tokyo
Chiba en Kanagawa, waar een groot deel der aan de manoeuvres
deelnemende troepen zijn gelegerd, waren op vele plaatsen in het
open veld langs de wegen enz. door de zorg van het provinciale
bestuur latrines gebouwd, om verspreiding van faecalien te voorko
men. Verder waren bronnen, putten enz. voorzien van opschriften,
waaruit de hoedanigheid van het water bleek. De gezondheidstoe
stand van de troepen heeft dan ook gedurende de manoeuvres niets
te wenschen overgelaten, afgezien van voetwonden e. d.
Bemapening en uilrusting.
Eemge korpsen droegen de nieuwe kleeding, welke werd ingevoerd