313
Overzicht van eenige Tijdschriften. [Maart. 1913.
Voorloopige postenketen, examineertroep, visiteerpatrouilles, sluip-
patrouilles, al die namen maken de zaak maar ingewikkeld. Ook in
dat opzicht is ons V. V. eenvoudiger.
Eenige beschouwingen, aan de praktijk ontleend, betreffende den
infanterie aanval" aldus de titel van een opstel van den kap. J. N. Bruijn.
Achtereenvolgens worden in dit opstel eenige punten uit I. R. II
en de gevechtshandleiding in beschouwing genomen.
Allereerst een bespreking van wat men verstaat onder „linie, ge
vechtslinievoorste linie enz", waarbij S door aanhalingen uit boven
genoemde voorschriften aantoont, dat er geen eenstemmigheid heerscht
Tn hetgeen onder bedoelde benamingen moet worden verstaan. Mede
is er "verschil tusschen deze voorschriften en het (officieele) leerboek
der takt.iek (Hoogeboom en Pop).
In de tweede plaats ontleedt S. hetgeen I. R. II en gevechts-
handleiaiug zeggen omtrent flankaanval, omvatting, overvleugeling,
omtrekking. Ook deze begrippen vindt S. onvoldoende gepreciseerd en
verwijst naar hetgeen het Duitsche I. R. over „Umfassung zegt.
Vervolgens worden nog besproken „Het aannemen van de geopen
de orde" en „Het als één geheel in gevecht brengen der troepen".
Bij de behandeling van het eerste punt wijst S. er op—en n. o. m.
terecht—dat er te veel neiging bestaat, om een troepen afdee ling,
komende op oen terrein, waar misschien wel eens een G. K. T. zou
kunnen verdwalen, te vroeg en te veel uit elkaar te halen.
Ten slotte valt nog een artikel van den luit. adj. de Bas te ver
melden, Het is getiteld: „Da opleiding tot troepenofficier".
Schakelen we, wat S. zegt over de opleiding van kader en verlofs
officieren uit, dan komen zijn denkbeelden op het volgende neer.
Zoowel de opleiding aan de K.M.A. als aan den II.C. heeft voor- en
nadeelen.
De officier, van de K. M. A. afkomstig, mist de voorafgaande in
tensieve aanraking met den troep. In hun detacheeringstijd leven ze
te veel apart, (afzonderlijke ligging, menage enz).
De officier van den II. C. afkomstig staat wetenschappelijk bg dien
van de K. M. A. ten achter.
Om aan genoemde bezwaren tegemoet te komen, wenscht b. nen,
die geslaagd zijn voor de K. M. A. dadelijk te detacheeren bij den
troep en ze daar op te leiden tot sergeant, om daarna de verdere
officiersopleiding aan de K. M. A. te voltooien.
Den H. C. wil S. als zoodanig doen vervallen, doch daarvan een
centralen cursus maken. Aldaar zouden dan de daarvoor in aanmer
king komende onderofficieren zuiver wetenschappelijk worden opge
leid" Na een 2-jarige opleiding zouden deze onderofficieren overgaan
naar het le Studiejaar van de K. M. A.
Zooals uit het laatste blijkt, wil S. de mogelijkheid openlaten om
uit onderofficieren troepenofficieren te vormen. N.