Korte Mededeelingen.
420
April 1913.]
(2) De legering aan slechts één
zijde van een terreinhindernis is
uit een tactisch oogpunt in den re
gel nadeelig; de nabijheid van
domineerende hoogten moet wor
den vermeden.
(3) Zijn b. v. ter wille van
de hygiënische eischen de onder
(2) genoemde nadeelen niet te ver
mijden, dan zal detacheering van
afdeelingen buiten de legerings
plaats noodzakelijk kunnen zijn.
De oorlogspractijk heeft geleerd,
dat bij een actieve beveiliging van
de legeringsplaats (bekruiping en
overvalling van de vijandelijke
schutters, somtijds door het uit
stellen van hinderlagen) aan nach
telijke beschietingen zeer spoedig
een einde kan worden gemaakt.
Inrichting can de legerings
plaats. neiligheids- en
politiemaatregelen.
288 (1) De vorm der lege
ringsplaats regelt zich naar het
terrein en naar de gelegenheid tot
het onderdak brengen van de troe
pen.
(2) Aan de infanterie en, indien
de omvang van de legeringsplaats
zulks noodzakelijk maakt, ook aan
de cavalerie, worden de woningen
langs den rand, aan de overige
wapens en diensten en den trein
die in de binnenruimte aangewe
zen; aan dwangarbeiders en vrije
koelies wordt een bepaald, zoo noo-
dig afgesloten en door schildwach
ten bewaakt, gedeelte der lege-
tingsplaats aangewezen; dieren
worden in een omheinde ruimte
(2) Jèn ana kang makéwoehi
dalan, kena oega gawé pakoewon
ana kono, nanging manoet ing èl-
moe pradjoeritan, enggoné gawé
pakoewon, prajoga rong panggonan
ngapit-apit kang makéwoehi dalan
maoe, adja ana sasisih baé; enggo
né makoewon adja ana satjedaké
panggonan kang bisa dianggo nga-
soraké pakoewon maoe.
(3) Jèn ora bisa mitoeroet kaja
kang kaseboet ing angka 2, pakoe
won maoe koedoe direksa sarana
golongan tjiliq kang didokoq ana
ing sadjabaning pakoewonoepama
wis ana boektiné kang arep nra-
djang pakoewon ing wajah bengi
oetawa kang soq ambedili saka ka-
dohan, ikoe kena oega ditjegah
sarana kang ambedil maoe diding-
kiq; apa manèh sadjabaning pa
koewon kena didokoqi pradjoerit
pendent.
Bab tataning pakoemon;
bab roemeksa Ian
pandjagané.
288. (1) Wangoening pakoe
won mitoeroet kahananing papan
lan panggonan kang kena dipo-
ndoqi pradjoerit.
(2) Pradjoerit daratan (infante
rie) sarta pradjoerit djaranan (ca
valerie) kadokoq ing omah-omah
kang ana ing pinggir (mangkono
ikoejèn preloe sabab déning djemba-
ring papan). Pradjoerit lijané sarta
gegawaning gegaman kadokoq ing
tengah, prantéjan lan koeli-koeli
kapapanaké déwé sarta papané maoe
preloe dipageri lan didjaga; djaran
oetawa radja-kaja kang digawa
kadokoqaké ing panggonan kang
mawa pager; sadjroning pakoewon