Kokte Mededeelingen. [April 1913. opgesteld; voor bruikbare gemeen schap binnen de legeringsplaats moet dadelijk worden gezorgd. (3) De legeringsplaats moet wor den omgeven door een zoodanige hindernis, dat een eerste aanloop van den vijand wordt gestuit (pag- gers, in sommige gevallen gewa pend ijzerdraad); een onmiddellijk offensief optreden van onze troepen moet echter steeds zijn verzekerd. (4) Noodig kan het zijn de vuurmonden in den rand van de legeringsplaats op te stellen; de bediening wordt dan in de nabij heid van de stukken gelegerd. (5) N aarmate de legeringsplaats voor langeren tijd woidt betrokken, zal aan do inrichting meer zorg worden besteed; in den rand wor den verhoogde schilderhuizen (uit kijkposten in boomen) opgericht. 289. Elk militair houdt 's nachts zijne wapens en munitie bij zich en blijft ten allen tijde daarvoor persoonlijk aansprakelijk. koedoe ana dalan-dalané kang ang- gampangaké lakoené vvong saka panggonan sidji marang sidjine. (3) Pakoewon koedoe dipageri satjoekoepé soepaja adja gampang ditempoeh ing moengsoeh (kang dianggo pager pring oetawa kawat- eri,) pager maoe adja makewoehi jèn pradjoerit arep mapag perang. (4) Jèn ana preloené mrijem kena disadijaqaké ana ing pinggi- rin<r pakoewon, toekang mrijem koedoe ana ing satjedaqé mrijeme. (5) Jèn arep makoewon rada lawas, pakoewoné kena ditata loe- wih betjiq, ing pinggir kadokoqan oetawa gerdoe panggoengan, apa- manèh panjanggrongan. 289. Jèa wajah bengi saben pradjoerit koedoe miranti gegama- né saöbat-mimisé, ora kenaditing- gal, kang nanggoeng sing doewe déwé.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 103