van Japan in 1912. [April 1913. volk meer voor de vloot dan voor het leger gevoelen en de toekomst zal leeren, of deze drang naar vlootuitbreiding steeds binnen enge grenzen gehouden kan worden (1) Japan's sterk wassende bevolking in aanmerking genomen, schijnt de voorgenomen uitbreiding van de vredessterkte tot 25 divisiën niet overdreven. Echter is het van belang, dat sommigen twijfelen aan de mogelijkheid van vei hooging van het jaarlijksche contingent, daar volgens hen het aantal der voor den dienst lichamelijk geschikten geen gelijken tred met den aanwas der bevolking houdt. Dit was o.a. de meening van den Luitenant-Kolonel Tanabe, toen hij in December het onderwerp voor de Yereeniging voor de Weerbaarheid besprak. Hij stelt het aantal jongelingen, die den dienstplichtigen leeftijd bereikt hebben, op 450000, waar van 250000 lichamelijk geschikt blijken, ni. 160000 behoorende tot de A- en 90000 behoorende tot de B-klasse. Nu is het aantal ingelijfden bij gen eki en hoju tezamen ongeveer even groot, zoodat bij de tegenwoordige vredessterkte van 19 division practisch alle lichamelijk geschikten dienen moeten en er alzoo niets voor nieuwe formaties overblijft. Hij verwacht dus ver mindering van het lichamelijke gehalte, indien de viedessteikte werkelijk uitgebreid wordt. Bovenstaande getallen zijn voorloopig niet te controleeren, maar het is een feit, dat in de pers bijna algemeen geklaagd wordt over achteruitgang van de lichamelijke gesteldheid der jongelingschap. Volgens de „Tokyo Mainichi Shimbun" van 4 December had de commandant van het regimentsdistrict Azabu te Tokjo, Kolonel Nagabori, bevonden, dat van de 10940 in dat district gekeurde jongelingen er 1170, d.i. 11%) beneden de maat (1.515 M.) waren. Het aantal lijders aan trachoma bedroeg 18%, volgens den Kolonel meer dan in het jaar 1911waarvan 329 1) Merkwaardig is het optreden van een priester, die geld ophaalt voor de vloot. Ook de pas opgerichte Vereeniging voor de Landsverdediging, waarvan eenige zakenmenschen lid zijn, stelt in haar progiamma uitbieidin^ van de zeemacht op den voorgrond.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1913 | | pagina 11